D2BTh4 B3 Je hart - oefenen

D2BTh4 
 B3: Je hart
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

D2BTh4 
 B3: Je hart
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij (al) over je hart?


1. Je weet en kunt uitleggen wat de functie van de grote bloedsomloop is

2. Je weet en kunt uitleggen de delen van het hart en de aansluitende 
    bloedvaten

3. Je weet en kunt uitleggen de functies en de kenmerken van de delen 
    van het hart



Slide 2 - Diapositive



1 en 2

A
1: Aorta 2: longslagader
B
1: Aorta 2: longader
C
1: Ader 2: longslagader
D
1: Slagader 2: longader

Slide 3 - Quiz

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader

Slide 4 - Quiz


Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 5 - Quiz

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 6 - Quiz


Nr. 8
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen

Slide 7 - Quiz


Welke kleppen hebben geen nummer?
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen

Slide 8 - Quiz


De kleppen zonder nummer gaan open als de kamers samentrekken
A
ja
B
nee
C
nee, ze staan altijd open
D
nee ze zijn nooit open

Slide 9 - Quiz


De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz


3 en 4
A
3: onderste holle aders 4: longaders
B
3: bovenste holle aders 4: longslagaders
C
3: onderste holle aders 4: longslagaders
D
3: bovenste holle aders 4: longaders

Slide 11 - Quiz


5 en 6
A
5: rechter boezem 6: kransaders
B
5: rechter kamer 6: kransslagaders
C
5: linker kamer 6: kransaders
D
5: linker boezem 6: kransslagaders

Slide 12 - Quiz


9 en 10
A
9: aorta 10: rechter kamer
B
9: onderste holle ader 10: linker kamer
C
9: bovenste holle ader 10: linker boezem
D
9: onderste holle ader 10: rechter kamer

Slide 13 - Quiz


7 en 8
A
7: linker boezem 8: kransaders
B
7: rechter kamer 8: kransslagaders
C
7: rechter boezem 8: kransaders
D
7: rechter boezem 8: kransslagaders

Slide 14 - Quiz


De kleppen nr 8. voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems als ze gesloten zijn
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
liefde

Slide 17 - Quiz


Het hart pompt zuurstofrijk bloed
in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 18 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer

Slide 19 - Question de remorquage

Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 20 - Quiz

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 21 - Quiz

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Slide 22 - Quiz

dikke spierwand
rechter kamer
aorta
linker
boezem
rechter
boezem
tussen
schot

Slide 23 - Question de remorquage

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 24 - Quiz

De hartkleppen zorgen
ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 25 - Quiz

Wat voor soort kleppen zitten er op de plaats bij nummer 9?
A
Vetkleppen
B
Halvemaanvormige kleppen
C
Hartkleppen
D
klepperende harten

Slide 26 - Quiz

hartkleppen tussen linker-boezem en kamer
hartkleppen tussen de rechter-boezem en kamer
halvemaanvormige kleppen
naar longslagader
halvemaanvormigekleppen
naar de aorta

Slide 27 - Question de remorquage


Welke stelling is NIET goed?
A
Je longader is zuurstofrijk en je longslagader is zuurstofarm
B
De linkerkamer pompt bloed in je aorta
C
De onderste en bovenste holle ader komen uit in de linkerkamer
D
De halvemaanvormige kleppen en je hartkleppen zorgen ervoor dat je bloed niet terugstroomt

Slide 28 - Quiz

dikke spierwand
rechter kamer
bovenste
holle
ader
long
ader
long
slagader
linker
kamer

Slide 29 - Question de remorquage

Bij welke bloedsomloop
horen de armslagaders?
A
Bij de grote bloedsomloop
B
Bij de kleine bloedsomloop
C
Bij de kleine en de grote bloedsomloop
D
Die behoren niet tot de bloedsomloop

Slide 30 - Quiz


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 31 - Quiz

Wat weet je over de longader

Slide 32 - Question ouverte

Wat weet je over de kransaders

Slide 33 - Question ouverte

Wat weet je over de rechterkamer

Slide 34 - Question ouverte

Wat weet je over de kransslagaders

Slide 35 - Question ouverte

Wat weet je over de hartkleppen

Slide 36 - Question ouverte

Wat weet je over de longslagaders

Slide 37 - Question ouverte

Wat weet je over de rechterboezem

Slide 38 - Question ouverte

Wat weet je over de halvemaanvormige kleppen

Slide 39 - Question ouverte

Wat weet je over de hart tussenwand

Slide 40 - Question ouverte

Wat weet je over de aorta

Slide 41 - Question ouverte

Wat weet je over de holle ader

Slide 42 - Question ouverte

Wat weet je over de linker kamer

Slide 43 - Question ouverte

Wat weet je over de linker boezem

Slide 44 - Question ouverte