H4 Thema 5 basisstof 3

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welke hormonen horen bij welke hormoon klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen

Slide 2 - Question de remorquage

Hormonen worden gemaakt in               
Hormonen zijn                       of  
Nadat ze gemaakt gaan de hormonen door 
de cellen uit het bloed in.
Alleen bij cellen met de juiste                            kan een hormoon binden.
De binding van het hormoon zorgt voor een  
binnen de cel (andere genexpressie)
exocytose
reactie
hormoonklieren
eiwitten
receptor
vetten

Slide 3 - Question de remorquage

Door welke klier worden insuline en glucagon gemaakt?
A
Speekselklier
B
Schildklier
C
Alvleesklier
D
Bijnieren

Slide 4 - Quiz

Studiewijzer

Slide 5 - Diapositive

Studiewijzer

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Animaal zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 10 - Quiz

Centrale zenuwstelsel
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen 
Ruggenmerg

Slide 11 - Question de remorquage

Peristaltische bewegingen van je darmen worden aangestuurd door het
A
Animaal zenuwstelsel
B
Autonoom zenuwstelsel
C
Beide

Slide 12 - Quiz

Dwarsgestreept spierweefsel staat onder invloed van welk zenuwstelsel?
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 13 - Quiz

Welk gedeelte van het zenuwstelsel stuurt deze bewegingen aan?
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 14 - Quiz

Het verwijden/vernauwen van je bloedvaten wordt aangestuurd door het
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 15 - Quiz

Het strekken van je been wordt aangestuurd door het
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Komt binnen bij een zintuigcel
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls

Slide 19 - Question de remorquage

prikkel
zintuig
bewustwording
impuls

Slide 20 - Question de remorquage

Zintuigen zetten prikkels om in impuls
Zenuwen sturen impuls naar hersenen
Bewust van de prikkel, hersenen nemen beslissing
Hersenen sturen impuls naar zenuwen
Lichaam reageert op prikkel

Slide 21 - Question de remorquage

Een orgaan dat reageert op prikkels
Alle zenuwen, ruggenmerg en hersenen samen
iets waar je zintuigen op reageren
Hier wordt je bewust van prikkels
Een seintje dat via de zenuwen naar de hersenen of spieren gaat 
Prikkel 
Zenuwstelsel 
Impuls 
Zintuig 
Hersenen 

Slide 22 - Question de remorquage

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Bewegings-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 28 - Question de remorquage

Welke zenuwcel staat hiernaast?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel

Slide 29 - Quiz

Welk type zenuwcel heeft korte dendrieten en een lang axon?
A
Schakelcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 30 - Quiz

Wat voor soort zenuwcel is nr. 2?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel

Slide 31 - Quiz

Dendriet
Cellichaam
Kern
Axon
Myelineschede
Synaps

Slide 32 - Question de remorquage

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
perifere zenuwstelsel

Slide 37 - Question de remorquage

hersenschors
hersenstam
kleine hersenen

Slide 38 - Question de remorquage

Studiewijzer

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive