Lettre formelle - exercices divers

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

écrire

Doel van de les:

* Herkennen van veelgemaakte fouten 

* Fouten kunnen corrigeren 

* standaardzinnen kunnen gebruiken 

Contactpersoon is: Jaques Beaumont.
Wat is je aanhef?

Wat is er fout in deze zin?
Je suis de nationalité hollandais.

1. hollandais= hollandaise
2. het woord DE hoort er niet bij
3. hollandais moet met een hoofdletter
4. het moet zijn: j'ai une nationalité hollandais

Wat is er fout in deze zin:
Je suis disponible de 8 juin au 30 juillet

1. juillet = julliet
2. disponible = disponsible
3. de = du
4. au = à

Wat is er fout in deze zin:
Je suis disponible du 1 octobre au 30 novembre 2021.

1. de getallen moeten voluit
2. 1 = premier
3. octobre = oktobre
4. au = à le

Wat is fout in deze zin:
Probalement je passerai mon bac au mois de mai.

1. mois = moins
2. probalement = probablement
3. je passerai = je passe
4. mon = ma

Wat is fout in deze zin:
Je peux commencer le trois decembre.

1. commencer = commence
2. LE moet weg
3. decembre = décembre
4. peux = veux

Wat is een mooie formulering om je flexibiliteit qua rooster te benadrukken?

1. Je m'adapte à toute situation.
2. Je cherche un emploi temporaire.
3. Je sais m'adapter à des horaires irréguliers.

Wat is een correcte formulering om te vragen of je in het hotel mag verblijven?

1. Est-ce que je peux rester ici?
2. Les employés sont logés ici?
3. Les employés sont logés dans l 'hôtel?
4. Est-ce que je peux dormir chez vous?

Wat is de juiste formulering voor: ik red me wel in het Frans?

1. Je sais bien me débrouiller en français.
2. Je sais très bien parler français.
3. Je parle couramment français.
4. Je parle un peu français.

Wat is de juiste formulering om te vragen of je maaltijden krijgt in het hotel zelf (tijdens je werk daar)?

1. Je peux manger ici?
2. Est-ce que les employés ont le repas ici?
3. Est-ce que les repas pour les employés sont dans l hôtel?
4. Est-ce que les repas pour les employés sont fournis par l'hôtel?

Welk woord ontbreekt?
Permettez-moi de présenter

1. TE voor présenter
2. ME voor présenter
3. MOI achter présenter
4. VOUS voor présenter

Noteer de plaats (waar je nu bent) en de datum van vandaag zoals in een brief.

Noteer de zin: Ik zit in de eindexamenklas.

Noteer de zin: Ik zou u willen vragen of het mogelijk is om...

Welk woord ontbreekt?
Dans Le Monde du 20 décembre dernier j'ai lu votre dans laquelle ...

1. EMPLOI na votre
2. DANS L'HÔTEL na emploi
3. ANNONCE na votre
4. jaartal na décembre

Welk woord ontbreekt ?
J'ai beaucoup expérience dans ce domaine.

1. DEPUIS na domaine
2. DE na beaucoup
3. D'EMPLOI na domaine
4. D' na beaucoup

Wat is fout: j'ai travaillée comme serveuse.

1. het woord serveuse
2. J'ai : je suis
3. travaillé moet zonder extra E
4. comme: pour

Welk woord ontbreekt?
Candidature poste vacant

1. AU voor poste
2. À voor poste
3. DE SERVEUR na poste
4. DANS LE voor poste

Wat is fout: Je suis habitué à horaire de travail irrégulier.

1. irrégulier: irrégulière
2. UN moet voor horaire
3. DE niet weg na horaire
4. habitué : habituer