quarantaine week 2 les 1: samengestelde zinnen

Welkom V2G
Dinsdag 12 januari 2021

Pak pen en papier
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom V2G
Dinsdag 12 januari 2021

Pak pen en papier

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
- Welkom en presentie (5 min)
- Terugblik: antwoorden oefenmateriaal en Zes seconden (10 min)
- Uitleg: hoofd- en bijzinnen (10 min)
- Zelfstandig werken / mogelijkheid om vragen te stellen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 
- Je weet weer wat een (nevenschikkend en onderschikkend) voegwoord is
- Je leert wat een hoofd- en een bijzin is

Slide 3 - Diapositive

Terugblik 
Oefenmateriaal: werkwoordspelling en lezen
Vragen? 
Problemen met inleveren?
Antwoorden zet ik bij het huiswerk, kijk dit zelf na en laat het weten als je na het nakijken nog vragen hebt

Enkele vragen bespreken we nu

Slide 4 - Diapositive

oefenmateriaal ww-spelling
5 Wijzen de in het verslag [….] (vermelden) bedragen op lagere lonen?
a. vermeldde
b. vermeldden
c. vermelden
d. vermelde

Slide 5 - Diapositive

oefenmateriaal ww-spelling
9 [….] (worden) het winkelcentrum volgend jaar al […..] (vernieuwen)?
a. word, vernieuwd 
b wordt, vernieuwd 
c word, vernieuwdt 
d word, vernieuwdt 

Slide 6 - Diapositive

oefenmateriaal ww-spelling
Vanaf volgende week […] (copywriten) hij bij dat bekende  
   reclamebureau. 

Slide 7 - Diapositive

Lezen 
Vraag 7: kernzin van elke alinea

Slide 8 - Diapositive

Zes seconden H1
 1. Welke personages komen voor in dit hoofdstuk?
2. Tijd en ruimte: waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
3. Wat gebeurt er?


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Voegwoorden
1. Nevenschikkend voegwoord: verbinden twee woorden, woordgroepen of hoofdzinnen. 
dus, en, maar, of en want
2. Onderschikkend voegwoord: verbind een hoofdzin en een bijzin.
zoals: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra. 

Slide 11 - Diapositive

Zoek de twee voegwoorden
Toen de stroom uitviel, staken we kaarsen aan, omdat het aardedonker was. 

Slide 12 - Diapositive


Enkelvoudige zin = één persoonsvorm

Samengestelde zin = twee of meer persoonsvormen

Slide 13 - Diapositive

Samengestelde zin
– De gemeenteraad heeft besloten dat de kleine dorpsschool wordt opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zal teruglopen.

– De gemeenteraad had besloten dat de kleine dorpsschool werd opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zou teruglopen.

Slide 14 - Diapositive

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen? 
A ‘We stonden te juichen met z’n allen.
B Het liefst waren we op de stoelen geklommen, maar daar was het uitreikingsgala iets
te deftig voor.’
C Nathalie van Koot van het Wereld Natuur Fonds (WNF) wordt opnieuw blij als ze erover vertelt.
D Het WNF kreeg samen met de Zuid-Afrikaanse Peace Parks Foundation een dikke veertien miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij.
E Van Koot: ‘Nu kunnen we neushoorns gaan inspuiten met gif.’
F ‘Pardon’, zei ze, ‘gif’?

timer
2:00

Slide 15 - Diapositive

Hoofdzin (HZ) en Bijzin (BZ)
Hoofdzin
Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar; er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.
De persoonsvorm staat voor in de zin: als eerste of tweede zinsdeel.
Bijzin
Tussen onderwerp en persoonsvorm kúnnen wel andere zinsdelen staan (bijvoorbeeld het woordje 'niet').
De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.


Slide 16 - Diapositive

Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- twee of meer samengevoegde hoofdzinnen (hoofdzin + hoofdzin);

- een hoofdzin met een of meer bijzinnen erin (bijzin + hoofdzin);

- een of meer hoofdzinnen met een of meer bijzinnen erin (hoofdzin + hoofdzin + bijzin). (hoofdzin+bijzin+bijzin)

Slide 17 - Diapositive

Welke uitspraak is waar? 
A Een samengestelde zin bevat één of meer persoonsvormen.
B In een bijzin staat de persoonsvorm vaak op de eerste of tweede plaats.
C In een hoofdzin staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar; er kunnen geen
andere zinsdelen tussen staan. 

Slide 18 - Diapositive

Is het onderstreepte gedeelte van de volgende zin een hoofdzin of een bijzin?
Zwitserland ligt in het hart van Europa, maar het wijkt in veel opzichten af van andere Europese landen.
A hoofdzin
B bijzin

Slide 19 - Diapositive

Voegwoorden
1. Nevenschikkend voegwoord: verbinden twee woorden, woordgroepen of hoofdzinnen. 
dus, en, maar, of en want
2. Onderschikkend voegwoord: verbind een hoofdzin en een bijzin.
zoals: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra. 

Slide 20 - Diapositive

TOT MORGEN!

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Maak de opdrachten die klaar staan bij Nieuw Nederlands online Planning: Samengestelde zinnen
Lees hoofdstuk 3 van het boek ‘Zes Seconden’ van Daniëlle Bakhuis (zie bijlage).

Slide 22 - Diapositive