3.1 De atmosfeer

3.1 De atmosfeer: een omhulsel van gas

1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 51 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

3.1 De atmosfeer: een omhulsel van gas

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdvraag
In hoeverre zijn het klimaat en de mens bepalende factoren voor het voorkomen van de landschapszones op aarde?


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  1. Wat is de samenstelling en opbouw van de atmosfeer?
  2. Hoe werkt het natuurlijk broeikaseffect?
  3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
  4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
  5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
  6. Hoe beïnvloeden de temperatuurfactoren en de neerslagfactoren het klimaat in een gebied

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoge druk / lage druk
Atmosferische druk op zeeniveau 1013mbar (hPa)

Per m2: 10.000kg lucht drukt op ons (één liter lucht weegt 1,3 gram)

Hoe hoger hoe lager de druk.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Atmosfeer = relatief dun laagje om onze aarde heen



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Troposfeer
  • Onderste 12km
  • weersverschijnselen
  • bergketens
  • vliegverkeer
  • toename broeikasgassen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stratosfeer
  • 12 km - 45 km hoogte
  • de ozonlaag (O3)
  • hoogste vliegtuigen
  • géén wolken

Gat is de ozonlaag?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gat in de Ozonlaag

In de stratosfeer zit een grote hoeveelheid Ozongas (O3)

Dat ozongas zorgt voor filtering van UVstraling
-> wordt aangetast door drijfgassen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Poollicht
  1. Hoe ontstaat poollicht?
  2. Op welke hoogte ontstaat poollicht?
  3. Waarom is poollicht enkel te zien in poolgebieden?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Poollicht
  1. Hoe ontstaat poollicht?
  2. Op welke hoogte ontstaat poollicht? Welke laag in de atmosfeer hoort daarbij?
  3. Waarom is poollicht enkel te zien in poolgebieden?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig lezen 
en verwerken
  
  • Lees 3.1 tot 'stralingsbalans'  
  • Maak opgave 1 t/m 4 p.84
     

Slide 17 - Diapositive

Verdiepend artikel

https://www.geografie.nl/artikel/wat-voegt-sai-toe-aan-de-klimaatdiscussie

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en) check
Aan het einde van de les...

  • kan ik het verschil opnoemen tussen het weer en het klimaat.
  • kan ik de drie redenen waarom er variaties zijn in de stralingsbalans opnoemen en uitleggen. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De zon = belangrijkste energiebron  voor het leven op aarde en de motor voor het weer. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
= hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
  • 47% bereikt aardoppervlak
       (kortgolvige straling)
  • omgezet in warmte
       (langgolvige straling)
  • en weer uitgestraald 
Koolstofdioxide (CO2)
Methaan (CH4)
Lachgas

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

20 % zonne-energie wordt weerkaatst door de wolken

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
De hoeveelheid instraling van de zon in een gebied is afhankelijk van:

1) breedteligging
2) albedo

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1) Breedteligging
Waar is het warmer?
Waarom is het hier warmer

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2) Albedo
weerkaatsing van zonlicht verschilt per gebied.


Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2) Albedo

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3) Land/zee
Regel: 
Water wordt langzamer warm/koud dan land. 
Ookal is het buiten 35 graden, dan is het zeewater in NL nog steeds koud

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
Waarom wordt het rond de evenaar niet alsmaar warmer en rond de polen niet alsmaar kouder?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd (§3.2)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
Check?
Waarom krijgt niet elk gebied evenveel zonne-energie?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen en verwerken
Lezen paragraaf 3.1

Maken opgaven
2abc (nabespreken)
3bcde (nabespreken)
4 (huiswerk)
5 (huiswerk)

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
De hoeveelheid instraling van de zon in een gebied is afhankelijk van?



Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stralingsbalans
De hoeveelheid instraling van de zon in een gebied is afhankelijk van:

1) breedteligging
2) albedo

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klimaat
Samenspel van:
  1. temperatuurfactoren
  2. neerslagfactoren
Verschil weer en klimaat?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 Temperatuurfactoren
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging boven zeeniveau
  3. Gesteldheid van het aardoppervlak (land warmt sneller op/koelt sneller af dan water)
  4. Aanlandige en aflandige wind (in relatie tot ligging aan zee)
  5. Aanvoer van warmte/kou door zeestromen 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. breedteligging
'Hoe verder van de evenaar hoe kouder'

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1) Breedteligging
Hoe verder van de evenaar hoe kouder

Hoge breedte / lage breedte

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Hoogteligging
De dampkring wordt van onderaf verwarmd.

Hoe hoger hoe kouder

Elke 1000m --> -6 graden Celsius

(of elke 100m - 0,6 graden Celsius)




Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. gesteldheid aardoppervlak

  1. Land wordt warmer dan water, maar ook kouder
  2. Land wordt sneller warm en sneller koud dan water

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Aanlandige / aflandige wind
Invloed windrichting op temperatuur
De windrichting heeft veel invloed op de temperatuur. 
- Bij aanlandige wind (wind die van zee naar het land waait) wordt het in de winter minder koud en in de zomer minder warm
- Bij aflandige wind (wind die van land naar zee waait) wordt het in de zomer warmer en in de winter kouder

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

+. Ligging van gebergten
Invloed gebergten
Een gebergte kan een klimaatscheiding zijn. Een gebergte kan de warme wind die van zee komt (aanlandig) tegenhouden als een soort muur. Aan de andere kant van het gebergte blijft het koud. 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Zeestromen

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan van neerslag
Je kunt drie situaties uitleggen waarin neerslag ontstaat

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 neerslagfactoren 
1. Ligging van de grote lage en hoge luchtdrukgebieden op aarde (stijgingsregens en frontale regens)
2. Aanwezigheid gebergte/reliëf (stuwingsregens)
3. Ligging  ten opzichte van zee (zeewind zorgt voor aanvoer vochtige lucht)


Regel
Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht
Gevolg = waterdamp gaat condenseren --> neerslag

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig lezen 
en verwerken

  • Lees 3.1
     
  • Maak opgave 6, 7 en 9

Slide 48 - Diapositive

Verdiepend artikel

https://www.geografie.nl/artikel/wat-voegt-sai-toe-aan-de-klimaatdiscussie
Lesdoel(en) check
Aan het einde van de les...

  • kan ik het verschil opnoemen tussen het weer en het klimaat.
  • kan ik de drie redenen waarom er variaties zijn in de stralingsbalans opnoemen en uitleggen. 
  • Ik kan de vijf temperatuurfactoren uitleggen
  • Ik kan uitleggen hoe op drie manieren neerslag ontstaat

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

deelvragen §3.1
  1. Wat is de samenstelling en opbouw van de atmosfeer?
  2. Hoe werkt het natuurlijk broeikaseffect?
  3. Waardoor zijn er variaties in instraling van de zon?
  4. Hoe wordt zonne-energie op aarde herverdeeld?
  5. Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
  6. Hoe beïnvloeden de temperatuurfactoren en de neerslagfactoren de gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied? 

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions