MONOLOOG CHECKLIST

Monoloog checklist

Deze les ga je verder oefenen met je monoloog. In deze LessonUp vind je een checklist die je kunt checken om te zien hoeveel punten je kunt halen. 

Maar eerst nog wat checken...
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Monoloog checklist

Deze les ga je verder oefenen met je monoloog. In deze LessonUp vind je een checklist die je kunt checken om te zien hoeveel punten je kunt halen. 

Maar eerst nog wat checken...

Slide 1 - Diapositive

Hoofdpersonen in een tragedie zijn meestal:
A
Helden, Goden of andere beroemde mensen
B
Kan iedereen zijn! Arm of rijk, levend of dood.

Slide 2 - Quiz

Het verschil tussen een dialoog en een monoloog is:
A
Een monoloog is een scène gespeeld door één persoon en een dialoog voor 2 personen of meer
B
Een monoloog is een scène gespeeld door 2 personen of meer en een dialoog is voor één persoon

Slide 3 - Quiz

De hoofdpersoon in een Griekse tragedie heet een:
A
Antagonist
B
Tritagonist
C
Protagonist

Slide 4 - Quiz

Waar speelt je scène zich ook alweer af?

(Floortje: in het paleis / Milan: buiten paleis, verdekt opgesteld / Kris: Op een hete droge plek (woestijn?) / Leendert: In een afgesloten grot

Dit heb je opgeschreven, klopt dat nog, of denk je daar nu anders over?

Slide 5 - Question ouverte

Even terughalen...

Hoe zou je jouw personage omschrijven? Gebruik hierbij alles wat je in de vorige les over je personage hebt geleerd!

Slide 6 - Question ouverte

De hoofdpersoon in een Griekse tragedie heet een:
A
Antagonist
B
Tritagonist
C
Protagonist

Slide 7 - Quiz

Monoloog checklist
(Hier krijg je punten voor)
  1. Tekstkennis (1pt)
  2. Een motief duidelijk gespeeld (wat je personage wil in de scene) (2pt)
  3. Handelingen (wat doe je letterlijk in je scene) (4 pt)
  4. Locatie (hoe laat je zien waar je bent, zonder het te zeggen?) (1pt)
  5. Duidelijke 'opkomst' en 'afgang' (2pt)
  6. Vaste plek van je camera (1pt)
  7. BONUS: Gebruik van kleding/rekwisieten/groot spel/twist (3pt)

Slide 8 - Diapositive

Tekst checklist
(Hier krijg je punten voor)

  1. Het gaat over 1 moment in het verhaal, niet het hele verhaal (1pt)
  2. Er is beschreven wat je personage doet (2pt)
  3. Het motief komt in de tekst terug (1pt)
  4. In de tekst wordt duidelijk dat het in het 'nu' afspeelt (1pt)
  5. Er zitten minstens 3 regieaanwijzingen in je monoloog (1pt)
  6. Minimaal 1/2 A4 lang (1pt)

Slide 9 - Diapositive

Dat was het. 

Slide 10 - Diapositive