H7 na de kerstvakantie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

2024!!!!

Wat weten jullie nog?

Van welk land was het voormalige Korea ooit een kolonie?

1. China
2. Vietnam
3. Japan
4. Rusland

Wanneer werd een wapenstilstand gesloten tussen Noord- en Zuid-Korea?

1. 1945
2. 1953
3. 1943
4. 1955

Welke twee grootmachten waren de baas in Korea na de Tweede Wereldoorlog?

1. Rusland en de VS.
2. Rusland en China.
3. China en de VS.
4. China en Vietnam.

Bekijk de figuur 1. Welk land hoort bij land A in de tabel?

1. Noord-Korea
2. Zuid-Korea

Bekijk nogmaals figuur 1. Is de stelling goed of fout? ''De hdi meet meer dan alleen het economisch ontwikkelingspeil van landen.''

1. Goed
2. Fout

Bekijk nogmaals figuur 1. Is de stelling goed of fout? ''In de HDI wordt ook het percentage analfabeten meegenomen.''

1. Goed
2. Fout

Bekijk nogmaals figuur 1. Is de stelling goed of fout? ''Hoe dichter het cijfer bij 0, hoe hoger de ontwikkeling van een land.''

1. Goed
2. Fout

VN-welzijnsindex (HDI)

De VN gebruikt voor de HDI:

• levensverwachting.
• onderwijs. 
• inkomen gemeten naar koopkracht.

Human Development Index welvaart heeft invloed op welzijn.

Lage HDI

Hoge HDI

Zie dia over voedselzekerheid!

In welke sector is een boer werkzaam?

1. Primaire sector
2. Secondaire sector
3. Tertiaire sector

In welke sector is een leraar werkzaam?

1. Primaire sector
2. Secondaire sector
3. Tertiaire sector

Over welk bevolkingskenmerk gaat de figuur?

1. economisch kenmerk
2. demografisch kenmerk
3. politiek kenmerk
4. sociaal kenmerk

Noord Korea

Zuid Korea

Nigeria

Welk kenmerk past niet bij deze bevolkingsdiagram?

1. Laag geboortecijfer
2. Arm land
3. Grote gezinnen
4. Veel kinderen

Wat is vergrijzing?

1. Het aantal kinderen neemt toe.
2. Het aantal mensen neemt toe.
3. Het aantal ouderen neemt toe.
4. Mensen krijgen meer grijs haar.

Welk soort landen bevinden zich in fase 5 van het demografische transitiemodel?

1. Erg arme landen.
2. Arme landen.
3. Niet arm en niet rijke landen.
4. Rijke landen.

Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografische transitiemodel?

1. geboortecijfer
2. sterftecijfer
3. levensverwachting
4. geboorteoverschot

Bekijk figuur 2. Om welk type kenmerken gaat het in figuur 2?

1. Politieke kenmerken
2. Demografische kenmerken
3. Sociaal-culturele kenmerken
4. Economische kenmerken

Noord-Korea

Zuid-Korea

Dictatuur

Vrijemarkteconomie

Planeconomie

Kapitalistisch land

Communistisch land

Chaebol

Laag HDI

Hoog HDI

Hoog BNP

Laag BNP

Lichte industrie is het maken van

1. Kant en klare eindproducten
2. Producten die nog bewerkt moeten

Wat is niet één van de die belangrijke punten om de economie te laten groeien?

1. Platteland leren samen te werken
2. Onderwijs
3. Grondstoffen verkopen
4. Fabrieken bouwen

Wat is geen reden dat er minder kinderen geboren worden in Zuid-Korea.

1. Trouwen op late leeftijd.
2. Carrière maken.
3. De kosten van de opvoeding.
4. Er zijn meer vakmensen.

Bekijk figuur 3. Is dit het exportpakket van Noord- of Zuid-Korea?

1. Noord-Korea
2. Zuid-Korea

Bekijk nogmaals figuur 3. Noem twee voorbeelden waarom dit exportpakket van Noord- of juist Zuid-Korea is.

Bekijk nogmaals figuur 3. Tot welk type industrie behoren de exportproducten van de drie grootste categorieën in het diagram?

Bekijk figuur 4. Wat is de titel van deze figuur?

1. Aandeel van de bevolking op het platteland en in de stad in Zuid-Korea.
2. Aandeel van het bnp op het platteland en in de stad in Zuid-Korea.

Bekijk nogmaals figuur 4. Leg je vorige antwoord uit aan de hand van de grafiek.

Bekijk nogmaals figuur 4. Na de onafhankelijkheid stegen in Zuid-Korea de inkomsten uit landbouw op het platteland. Leg uit hoe dat kwam.

Bekijk figuur 5. Wat laat deze kaart zien?

1. Regionale ongelijkheid
2. Sociale ongelijkheid

Bekijk nogmaals figuur 5. Waarom is het inkomen zo hoog in gebied 1?

Leerdoelen par. 3

• Je kent de begrippen van par. 3 (ook uit het basisboek) 
• Je weet waarom Z-Korea pas na 1960 economisch is gaan groeien.
• Je weet op welke manier Z-Korea economisch succesvol is geworden.
• Je weet welke fasen Z-Korea sinds 1960 in de economische groei heeft doorlopen.
• Je weet waarom N-Korea niet dezelfde economische ontwikkeling heeft doorgemaakt als Z-Korea.
• Je weet in welke 3 sectoren mensen werkzaam kunnen zijn.

Economische groei

• Zuid-Korea arm na oorlog
• Bnp per inwoner $67, nu $39,400
• In 1961 stenge president
• Drie punten voor de economische groei

Economische groei

• Plattelandsbevolking leren samenwerken
• Zak cement als test
• Goed gehandeld? Jaar erna meer bouwmaterialen!

Economische groei

• Geld lenen van de V.S. en Japan voor fabrieken
• Importsubstitutie
• Consumptiegoederen
• Producten exporteren
• Pruiken

Producten die werden geïmporteerd, worden vervangen door zelf geproduceerde producten

Goederen die direct kunnen worden gebruikt

Economische groei

• Geen natuurlijke hulpbronnen
• Onderwijs als sleutel tot succes
• Verplicht naar school

Het wonder aan de rivier de Han (1).

Zuid-Korea bleef vernieuwen!

Van arbeidsintensieve lichte 

industrie (1970) overgegaan naar zware industrie (1990) bijv. scheepswerven B193.

Het wonder aan de rivier de Han (2).

 De lonen werden hoger B260, dus overgestapt op productiewerk met hightech-industrie B208

(na 1990). 

bijv. telefoons, televisies en computers.

Rijkste landen in de wereld