7.3 Wonder aan de rivier de Han

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Weekplenda

Week 22/23	Week 24
H7 §3	H7 §4

7.3 Wonder aan de rivier de Han

Lesdoel(en)

Aan het einde van de les weet je:

• Hoe en waarom waarom Zuid-Korea pas na 1960  economisch is gaan groeien.
• Uitleggen welke fasen Zuid-Korea sinds 1960 in de     economische groei heeft doorlopen.

Rijkste landen in de wereld

Wat kan je constateren?

Economische groei (1): leren samenwerken, gestegen landbouwopbrengsten, betere infrastructuur en electra voor iedereen. 

Economische groei (2): lening van VS, consumptiegoederen maken en daarna importsubstitutie = producten maken die ze daarvoor invoerden, daarna exporteren. 

Economische groei (3): onderwijs de sleutel tot economisch succes, voor zowel jong als oud.

Resultaat: grote familiebedrijven = chaebols, zijn door de overheid gesteund en nu wereldwijd bekend.

Het wonder aan de rivier de Han (1).

Zuid-Korea bleef vernieuwen!

Van arbeidsintensieve lichte 

industrie (1970) overgegaan naar zware industrie (1990) bijv. scheepswerven B193.

Het wonder aan de rivier de Han (2).

 De lonen werden hoger B260, dus overgestapt op productiewerk met hightech-industrie B208

(na 1990). 

bijv. telefoons, televisies en computers.

Songdo B239 B241

Songdo International Business District (IBD)

- smart city B189 ontworpen voor voetgangers

- veel parken, speeltoestellen en woontorens

- overal super snelle netwerkverbindingen

- alles wordt geregistreerd = bezette parkeerplaatsen, energieverbruik     gebouwen (duurzame stad B190), drukte op wegen

- in elk appartement een tv-scherm met ingebouwde camera

Tegenstelling

Noord-Korea is minder succesvol.

- communisme

- economisch onafhankelijk

- zelfvoorzienend

- energietekorten

- natuurrampen

- 20% landbouwgrond

En nu aan de slag!

1. Maak van 7.3 de opdrachten in

    Learnbeat.

2. Schrijf alle blauwe begrippen over

     in je schrift met een korte

     omschrijving. Deze staan in de

     theorie van 7.3 in Learnbeat of in

     je leerboek.

Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

Zuid-Korea heeft een...

1. vrijemarkteconomie
2. planeconomie

Sleep de onderdelen naar het juiste vak waar ze bijhoren.

Noord-Korea

Zuid-Korea

hoog ontwikkelingspeil

zelfvoorzienend

dictatuur

presidentsverkiezingen

Kim Jong Un

Welke drie bestaansmiddelen zijn er?

1. Landbouw, toerisme en defensie.
2. Defensie, diensten en toerisme.
3. Landbouw, industrie en diensten.
4. Industrie, diensten en toerisme.

Zware industrie rekenen we tot de .......?

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartaire sector

Singapore, Japan en Zuid Korea horen bij de groep......

1. Aziatische tijgers
2. Afrikaanse leeuwen

Importsubstitutie wil zeggen ...

1. dat een land producten gaat importeren.
2. dat een land producten gaat exporteren.
3. dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken) .
4. dat een land niet meer wil exporteren.

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.

1. .. arbeidsintensief is
2. .. goedkoop is
3. .. kennisintensief is
4. .. veel grondstoffen nodig heeft

Wat is de hoofdstad van Zuid-Korea?

1. Pyongyang
2. Tokyo
3. Seoul
4. Hanoi

In Noord-Korea wordt nooit gestemd.

1. Juist
2. Onjuist

Zuid- Korea heeft een hogere HDI dan Noord-Korea.

1. juist
2. onjuist

Zuid-Korea is een ..... land:

1. arm
2. rijk

Wat is vergrijzing?

1. Het aantal kinderen neemt toe.
2. Het aantal mensen neemt toe.
3. Het aantal ouderen neemt toe.
4. Mensen krijgen meer grijs haar.

Wat is geen reden dat er minder kinderen geboren worden in Zuid-Korea.

1. Trouwen op late leeftijd.
2. Carrière maken.
3. De kosten van de opvoeding.
4. Er zijn meer vakmensen.

De Verenigde Naties geven elk land een soort rapportcijfer. Dat cijfer wordt berekend door te kijken naar hoe een land scoort op:

1. 1. inkomen: het bnp per inwoner (economisch kenmerk).
2. 2. gezondheid: de levensverwachting (demografisch kenmerk).
3. 3. onderwijs: het aantal jaren dat de bewoners naar school gaan (sociaal-cultureel kenmerk).
4. Alle 3 de antwoorden.

Juist of Onjuist?
De VN heeft een indeling gemaakt om het ontwikkelingspeil van een land te bepalen. Deze indeling heet index menselijke ontwikkeling (imo) of in het Engels: de human development index (hdi)

1. juist
2. onjuist

Zuid- Korea heeft een hogere HDI dan Brazilië.

1. juist
2. onjuist

Welke vorm van de bevolkingspiramide herken je op de afbeelding?

1. toren
2. urn
3. piramide
4. cirkel

Welk soort landen bevinden zich in fase 5 van het demografische transitiemodel?

1. Erg arme landen.
2. Arme landen.
3. Niet arm en niet rijke landen.
4. Rijke landen.

Welk land heeft een vrijemarkteconomie?

1. Noord-Korea
2. Zuid-Korea

Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografische transitiemodel?

1. geboortecijfer
2. sterftecijfer
3. levensverwachting
4. geboorteoverschot

Wat deed Zuid-Korea niet na de oorlog ter ontwikkeling van het land?

1. onderwijs verbeteren
2. mechaniseren landbouw
3. producten importeren
4. investeren in de industrie

Noord-Korea wil niet met andere leiders over kernwapens praten, wat voor soort globalisering hoort hierbij?

1. economische globalisering
2. politieke globalisering
3. culturele globalisering