Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
2.1 Licht en schaduw
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je beschrijft enkele directe lichtbronnen met lichtbundels en je beschrijft indirecte lichtbronnen met diffuse terugkaatsing.
Je beschrijft met een constructietekening dat schaduw ontstaat als licht op een niet-transparant voorwerp valt en dat deze schaduw dezelfde vorm heeft als het voorwerp.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Lichtbronnen
Slide 4 - Diapositive
Natuurlijke lichtbronnen
Slide 5 - Diapositive
Kunstmatige lichtbronnen
Slide 6 - Diapositive
Licht beweegt in rechte lijnen
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Direct en indirect licht
Directe lichtbron geeft zelf licht
Indirecte lichtbron geeft licht door weerkaatsing (bv de maan)
Zie plaatje:
1: indirect licht via weerkaatsing tegen
plafont
2: direct licht vanuit lichtbron
3: indirect licht via weerkaatsing zonlicht
door spiegel
Slide 9 - Diapositive
Opdrachten maken
Wat: Opdracht 1 t/m 5
Hoe: 10 minuten fluisterend overleggen
Hulp: Buurman/vrouw of docent
Tijd:
Klaar?: Nakijken
timer
10:00
Slide 10 - Diapositive
Schaduw
Een gebied waar niet of nauwelijks licht rechtstreeks opvalt.
Slide 11 - Diapositive
Schaduw
Slide 12 - Diapositive
Schaduw tekenen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Schaduw tekenen
Opdracht 9
Slide 15 - Diapositive
Opdrachten maken
Wat: Opdracht 6 t/m 14
Hoe: 10 minuten fluisterend overleggen
Hulp: Buurman/vrouw of docent
Tijd:
Klaar?: Nakijken
timer
10:00
Slide 16 - Diapositive
Opdrachten maken
Wat: Opdracht 12 en 13
Hoe: 4 minuten fluisterend overleggen
Hulp: Buurman/vrouw of docent
Tijd:
Klaar?: Nakijken
timer
4:00
Slide 17 - Diapositive
Gezichtsveld
Zie figuur 2.4. (volgende slide) Je trekt rechte lijnen vanuit het oog langs de randen van het sleutelgat.
Zo bepaal je wat je wel en niet door het sleutelgat ziet. Deze lijnen heten zichtlijnen.
Slide 18 - Diapositive
Gezichtsveld tekenen Opdracht 17
Slide 19 - Diapositive
Opdrachten maken
Wat: Opdracht 1 t/m 6 en 8 t/m 19 op bladzijde 66
Hoe: Op fluistertoon overleggen met je buurman/vrouw