3V afsluiten H1

Quizz
3V

Hoofdstuk 1 en 2.1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Quizz
3V

Hoofdstuk 1 en 2.1

Slide 1 - Diapositive

Wat betekenen de onderstaande pictogrammen?
Sleep de uitleg naar het juiste pictogram.
Bijtend / corrosief
Irriterend
Stoffen die een prikkend en pijnlijk gevoel veroorzaken, wanneer zij in aanraking komen met de huid. 
Giftig
Chemische stoffen met dit etiket zijn acuut giftig bij contact met de huid. Inademen of inslikken kan dodelijk zijn.
Licht ontvlambaar
Brandbare gassen, aerosolen, vloeistoffen en vaste stoffen. 

Slide 2 - Question de remorquage

schrift controle

Slide 3 - Diapositive

kroezen
tang
beker
glas
indamp
schaal

maat
beker
maat
cilinder

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe steek je de brander veilig aan? 
sleep de blokjes in de goede volgorde
controleren of de knoppen dicht zijn
grote gele gastoevoerknop bij de tafel open zetten
lucifer aansteken
lucifer boven brander houden
gasregel knop rustig open draaien
Met de lucht toevoer ring de kleur regelen

Slide 5 - Question de remorquage

Wanneer je de brander niet gebruikt om iets te verhitten staat deze op de
A
pauze vlam
B
kleurloze vlam
C
blauw ruisende vlam
D
veilige vlam

Slide 6 - Quiz

Van vaste stoffen gebruik je een spatelpuntje. Dat is
A
een kleine hoeveelheid, net als een mespuntje
B
veiliger
C
beter voor het milieu
D
omdat een proef dan vaak beter lukt

Slide 7 - Quiz

Dit symbool betekent:

Slide 8 - Question ouverte

Boek blz. 22: Lees tekstblok koude vaccins
Klaar met lezen

Slide 9 - Sondage

reken -70 graden Celsius om naar Kelvin

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Droogijs is vast koolstofdioxide.
Het droogijs gaat van vast naar gas. Dit heet....
A
sublimeren
B
verdampen
C
rijpen
D
koken

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil op deeltjes niveau tussen een vaste stof en een gas?

Slide 13 - Question ouverte

Wie heeft de grootste dichtheid?
A
vast koolstofdioxide (droogijs)
B
gasvormig koolstofdioxide

Slide 14 - Quiz

1 kg levert 540 L gas. Bereken de dichtheid in g/L (2decimalen)

Slide 15 - Question ouverte

schrift controle

Slide 16 - Diapositive

welke veiligheidsregels worden hier niet nageleefd?

Slide 17 - Carte mentale

Dit symbool betekent:
A
corrosief
B
ontvlambaar
C
oxiderend
D
ontplofbaar

Slide 18 - Quiz

Dit symbool betekent:

Slide 19 - Question ouverte

Rook is een mengsel van                 stof in een                . 

Schuim is een mengsel van een         
in een                .

Nevel is een mengsel van een                
in een                .

Gas
vloeistof
Gas
Vloeistof
Gas
vaste

Slide 20 - Question de remorquage

Oplossing
Suspensie
Emulsie
Een mengsel van stoepkrijt in water
Een mengsel van zonnebloemolie en water
Een troebel mengsel
Een mengsel van alcohol en water

Slide 21 - Question de remorquage

Mengsel
Zuivere stof
Zuivere stof
Mengsel

Slide 22 - Question de remorquage


Welk plaatje geeft een emulsie weer?

Slide 23 - Question ouverte


Wat laat plaatje A zien?

Slide 24 - Question ouverte


Wat laat plaatje E zien
A
zuivere stof
B
mengsel van vloeistoffen
C
bolletjes met weinig interactie
D
mengsel van gassen

Slide 25 - Quiz

telefoon weer in de tas
Gemengde opgaven hoofdstuk 1 maken

Slide 26 - Diapositive