Sk H1

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Staat geen plaatje van bij

statief

gaasje

kroezentang

reageerbuisknijper

reageerbuisborstel

schaar

driepoot

Wat zit er in een spuitfles?

1. Schoon water
2. Gedesinfecteerd water
3. Gedestilleerd water
4. Gedemineraliseerd water

Wanneer je de brander niet gebruikt om iets te verhitten staat deze op de

1. pauze vlam
2. kleurloze vlam
3. blauw ruisende vlam
4. veilige vlam

De 'kleurloze' vlam gebruik je om...

1. Iets sterk te verhitten
2. Iets rustig te verwarmen
3. Aan te geven dat de brander het doet
4. Te laten zien dat de brander aan staat

Milieu-gevaarlijk

ontvlam-baar

Giftig

Schade-lijk

Bijtend (corrosief)

Een eenheid van dichtheid is...

1. g/cm3
2. cm3/g
3. kg
4. dm3

Omrekenen:

1000​​​​​dm​3​​staat​​​​​gelijk​​​​​aan....

1. 1​​​​​L
2. 1​​​​​m​3​​
3. 1000​​​​​cL
4. 100​​​​​L

Omrekenen

4​​​​​dm​3​​staat​​​​​gelijk​​​​​aan....m​3​​

1. 40
2. 0,4
3. 0,04
4. 0,004

Omrekenen

70​​​​​mL​​​​​staat​​​​​gelijk​​​​​aan​​​​​....​​​​​dm​3​​

1. 7
2. 0,7
3. 0,07
4. 0,007

Volgorde brander uitzetten

1                        2                  3                             

gaskraan dicht

luchtregel-ring dicht

gasregel-knop open

gaskraan open

gasregel-knop dicht

Volgorde brander aanzetten

1                        2                  3                 4                      5

lucifer aan en boven schoorsteen

luchtregelring dicht

gasregel-knop open

gaskraan open

gasregel-knop dicht

Hoe ga je van pauzevlam naar stille blauwe vlam?

1. Luchtregelring ietsjes open draaien.
2. Luchtregelring ietsjes dicht draaien.
3. Gasregelknop ietsjes open draaien.
4. Gasregelknop ietsjes dicht draaien.

Hoe ga je van ruisende blauwe vlam naar pauzevlam?

1. Luchtregelring open draaien.
2. Luchtregelring dicht draaien.
3. Gasregelknop open draaien.
4. Gasregelknop dicht draaien.

Vaste fase

Vloeibare fase

Gasfase 

(s) solid

(g) gaseous

(l) liquid

Geef de namen van de faseovergangen 1 en 4.

Nummer 1

Nummer 4

Smelten

Stollen

Rijpen

Verdampen

Condenseren

Sublimeren

Geef de namen van de faseovergangen 2 en 5.

Nummer 2

Nummer 5

Smelten

Stollen

Rijpen

Verdampen

Condenseren

Sublimeren

Noteer onder de verschillende delen van de grafiek de juiste fase, kies uit vaste stof, vloeistof, gas.

Het kook en smeltpunt van water 

vast

vloeibaar

gas 

vast/vloeibaar

vloeibaar/gas

water (s) betekent

1. water vaste fase
2. water vloeibare fase
3. water gasfase
4. weet ik niet

zuurstof (g) betekent

1. zuurstof vaste fase
2. zuurstof vloeibare fase
3. zuurstof gasfase
4. weet ik niet

(aq) betekent opgelost in water.
suiker (s) --> suiker (aq) betekent

1. suiker smelt
2. suiker wordt opgelost in water
3. suiker verbrandt
4. suiker wordt klontjes

(aq) betekent opgelost in water.
water (g) --> water (l) betekent

1. verdampen
2. verbranden
3. smelten
4. condenseren

(s) komt van solid en betekent vast.
water (s) --> water (l) betekent

1. verdampen
2. verbranden
3. smelten
4. condenseren

1.3 Faseveranderingen

0 graden Celsius = 273 kelvin. Hoeveel °C is 0 K? (Vul getal in)

0 graden Celsius = 273 kelvin. Hoeveel K is 100 °C? (Vul getal in)

0 graden Celsius = 273 kelvin. Hoeveel K is 78 °C? (Vul getal in)

Een zuivere stof is

1. Een stof die uit 1 soort molecuul bestaat
2. Een stof die uit meerdere soorten moleculen bestaat

Een mengsel is

1. Een stof die uit 1 soort molecuul bestaat
2. Een stof die uit meerdere soorten moleculen bestaat

Een smelttraject hoort bij een...

1. zuivere stof
2. mengsel

Dit is een

1. smeltpunt
2. smelttraject

Wat is een smelttraject?

1. Een temperatuurpunt waarin een stof smelt bij een vast punt (bv. 3 graden Celcius).
2. Een temperatuurgebied waarin een stof smelt (bv. tussen de 0 en 5 graden Celsius.

Hoe wordt dit stuk in
de grafiek genoemd?

1. Kookpunt
2. Smeltpunt
3. Kooktraject
4. Smelttraject

De grafiek hiernaast is van ........?

1. Zuivere stof met smeltpunt
2. Mengsel met smeltpunt
3. Zuivere stof met smelttraject
4. Mengsel met smelttraject

Een zuivere stof heeft een smelttraject

1. Nee
2. Ja
3. Soms
4. Geen idee

Wat voor mensel is dit?

1. Emulsie
2. Oplossing
3. Suspensie
4. Legering

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?

1. Zuivere stof
2. Oplossing
3. Mengsel
4. Suspensie

Dit is een emulsie

1. Waar
2. Niet waar

Rook is een mengsel.
Waaruit bestaat rook?

1. vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
2. vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
3. vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
4. vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof

Schuim is een mengsel van een ..(1).. in een
..(2)..

1. (1) Vloeistof (2) Gas
2. (1) Gas (2) Vloeistof
3. (1) Vaste Stof (2) Vloeistof
4. (1) Vaste stof (2) Gas

Mist is een mengsel, hoe noemen we zo'n mengsel?

1. Nevel
2. rook
3. legering
4. schuim

Een mengsel heeft...

1. een kookpunt
2. een kooktraject
3. een smeltpunt
4. een smelttraject

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?

1. Zuivere stof
2. Oplossing
3. Mengsel
4. Suspensie

	vast	vloeistof	gas
vast
vloeistof
gas

Hoofd bestand-deel

onderdeel van

Waar horen deze TROEBELE MENGSELS?

Suspensie

Rook

Nevel

Emulsie

Schuim