TO 7 deel 1

• Themaopdracht
• MBO
• Studiejaar 2

Themaopdracht 7 Samenwerken

Inleiding

Samen met je collega’s en de ouders voedt je kinderen op. Vanuit de organisatie waar je werkt wordt gewerkt vanuit een pedagogische visie, je wordt geacht van daaruit te handelen en op te voeden. Hoe kom je tot een gezamenlijke visie? 

Waarde les van dit thema

Het toepassen van de theorie van dit thema sluit aan bij de werkprocessen:  

• B1-K1-W5 werkt samen

• B1-K1-W7 evalueert eigen werkzaamheden

• P2- K1-W1 Communiceert met de ouders/vervangende opvoeders en deelt haar kennis en inzichten

• P2-K2-W1 Voert coördinerende taken uit

• P2-K2-W2 Voert beleidsondersteunende taken uit

Literatuur

  Pedagogisch Klimaat, Module 1

  Hoofdstuk 1: Opvoeden en pedagogiek. blz. 13 -20

  Hoofdstuk 2: Pedagogen en hun visie, blz. 21- 30

  Hoofdstuk 3: Opvoeden en begeleiden, blz 31-43

  Pedagogisch klimaat, Module 4

  Hoofdstuk 1: Opvoeden doe je samen, blz 171 – 184

  Hoofdstuk 2 Informatie uitwisselen, blz 185-197

Doel TO 7 Samenwerken Deel 1

Je bent in staat om vanuit je eigen visie samen met anderen tot een gezamenlijke visie te komen en van daaruit te kijken naar uitgangspunten en je aan te passen aan gezamenlijke normen, waarden en opvattingen

Wat weet je nog? Quiz

De leidster laat de kinderen zo veel mogelijk vrij bewegen, spelen, onderzoeken en ontdekken op eigen initiatief. Maar dat betekent niet dat ze geen aandacht aan de kinderen besteedt. Ze verzorgt ze en verwoordt wat ze doen en vertelt wat ze zelf gaat doen. Zo geeft ze elk kind de tijd die het nodig heeft om zichzelf, zijn omgeving en de anderen te leren kennen.

1. Freinet
2. Reggio
3. Pikler
4. Montessori

Pedagogische visie is het samenhangend geheel van opvattingen over opvoeding van kinderen. Het is het fundament van het kindercentrum
Een pedagogische visie wordt uitgewerkt in doelen en resultaten die men wil behalen.

1. Juist
2. Onjuist

Waar staan alle opvoedstijlen?

1. Autoritair, Democratisch, Verwaarlozend
2. Toegeeflijk, Democratisch, Verwaarlozend
3. Autoritair, Toegeeflijk, Democratisch,
4. Autoritair, Toegeeflijk, Democratisch, Verwaarlozend

Rudolf Steiner was de grondlegger van de antroposofie.

1. Juist
2. Onjuist

De wet kinderopvang noemt 4 opvoedingsdoelen:
1. bieden van een veilige basis
2. bevorderen van de ontwikkeling van sociale competenties
3. stimuleren van de ontwikkeling van persoonlijke competenties
4. Overdracht vn normen en waarden

1. Juist
2. Onjuist

Van wie is deze visie?
De nadruk wordt gelegd op een gelijkwaardige relatie tussen de opvoeder en het kind. ’Een kind is nooit je bezit’. Neem kinderen serieus, geloof in ze en geef ze de kans om mee te denken over problemen en oplossingen’.

1. Freinet
2. Steiner
3. Korczak
4. Reggio Emilia

Van wie zijn deze uitgangspunten?
1. luisteren zodat het kind zich begrepen voelt;
2. zo praten dat het kind jou begrijpt;
3. conflicten zo oplossen dat niemand verliest;

1. Reggio Emilia
2. Gordon
3. Maria Montessori
4. Pikler

Opdracht 1 Kinderdagverblijf oprichten

Tijdens dit onderdeel van de themaopdracht ga je aan de slag met het opstellen van een gezamenlijke pedagogische visie voor jullie nieuwe kinderdagverblijf.

De opdracht kinderdagverblijf oprichten bestaat uit twee onderdelen;

1. een verslag,

2. een reclameflyer

Het kind aanvaarden zoals het is en het serieus nemen ongeacht zijn leeftijd, is een uitgangspunt van Reggio Emilia

1. Nee is van Freinet
2. Ja klopt

Hieronder staat de rol van een pedagogisch medewerker beschreven. Bij welke pedagoog hoort dit?
‘Observeren en documenteren: de pedagogisch medewerker observeert vooral heel goed en legt vast waar de kinderen mee bezig zijn.

1. Pikler
2. Montessori
3. Korczak
4. Reggio

Welke factoren beïnvloeden de opvattingen over opvoeden?

1. tijd waarin we leven
2. cultuur waarvan we deel uitmaken
3. persoonlijke waarden, normen en opvattingen
4. de ruimte waarin kinderen opgroeien

Spel neem je net zo serieus als werk is een kenmerk van Freinet

1. Juist
2. Onjuist

Opvoedingsmiddel kiezen is afhankelijk van:
kind zelf, eigen normen en waarden, , omstandigheden, organisatie, het doel,

1. Juist
2. Onjuist

Wat betekent antroposofie letterlijk?
De wijsheid van de mens

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn opvoedingsmiddelen?

1. Middelen die te koop zijn die helpen bij de opvoeding
2. bewust ingezette instrumenten om een doel te bereiken
3. straffen en belonen
4. hulpstukken

• Zorg voor mooie en aantrekkelijke materialen. De hoeveelheid materiaal beperken. Hierdoor leren kinderen op hun beurt te wachten.
• Samen huishoudelijke taken doen. Zoals afwassen, afdrogen en vegen. Leren van elkaar om goed voor hun omgeving te zorgen.

Zijn uitgangspunten van:

1. Steiner
2. Freinet
3. Korczak
4. Montessori

Emotionele veiligheid bieden, persoonlijke en sociale competenties ontwikkelen en normen en waarden overbrengen, zijn zaken die beschreven staan in een pedagogische visie.

1. Juist
2. Onjuist

Voorbeelden van opvoedingsmiddelen zijn:

1. Gedrag negeren
2. Gedrag afkeuren
3. aanmodigen, grenzen stellen,afleiden
4. Gesprek voeren, time out

Wat wist je nog?

* Zijn er onderdelen van thema 6 waar je toch nog een keer naar moet kijken?

* Zorg ervoor dat je je de theorie eigen maakt.

* Herhalen is de oplossing.

Themaopdracht 7 Samenwerken

Themaopdracht 7 bestaat uit twee onderdelen:

Opdracht 1: Kinderdagverblijf oprichten

Opdracht 2: Ouders en het beleid

 

Opdracht 1

* Per week volgen opdrachten die einde les af moeten zijn. Niet af dan huiswerk!

* Let op in de huiswerk kolom van het schema in de lesbrief staat soms extra huiswerk!

* Gezamenlijke opdracht betekent goed afspraken met elkaar maken en opdrachten evenredig verdelen!

What to do?

1. maak een gezamenlijk document aan in de one drive. Zorg ervoor dat ieder groepslid en de TO docent erin kan werken (als je de emails toevoegt, klik dan op kan bewerken)

2. ieder groepslid schrijft zijn naam in een andere kleur op de voorpagina. En vervolgens hou je deze kleur aan als je in het verslag typt. (zorg dat iedereen een evenredig deel typt in het totale verslag!)

What to do?

3. ieder groepslid geeft, aan zijn eigen groep,  de pitch van TO6 deel 2.

4. luistert ieder groepslid actief en schrijft de overeenkomsten en verschillen met zijn/ haar eigen visie in het verslag.

5. Ieder groepslid voegt zijn eigen visie toe aan het verslag (afbeelding pitch en uitgeschreven visie plus uitgangspunten)

Huiswerk voor volgende les

*Alle opdrachten in de les afgerond? Zo nee dan is het huiswerk.

* Onderzoek: Vraag op stage aan je collega’s hoe zij het vinden om vanuit een gezamenlijke visie te werken? Zijn er voor- of nadelen? Wat vinden ze het moeilijkste? Etc. (let op nodig voor de volgende les)

Week 2

Herhaling Doel TO 7

Je bent in staat om vanuit je eigen visie samen met anderen tot een gezamenlijke visie te komen en van daaruit te kijken naar uitgangspunten en je aan te passen aan gezamenlijke normen, waarden en opvattingen

Week 2 Hoe gaat het?

* Alle opdrachten tot nu toe af? 

* Hoe verloopt de samenwerking?

* Onderzoek naar meningen over werken volgens een door anderen opgestelde visie. wat heb je gehoord, ontdekt?

* Verwerk het onderzoek per student in het verslag.

Opdrachten week 2

Aan de slag met:

1. Opdracht stellingen maken (zie bijlage 2). Maak een verslag over deze opdracht.

2. Bedenk een naam voor jullie KDV, BSO of POV.

3. Schrijf een gezamenlijke visie met 10 uitgangspunten.

Huiswerk voor volgende les

* Hou je verslag bij.

* Gebruik de beoordelingscriterialijst als checklist. Hebben jullie alles in het verslag zitten?

* Ga op zoek naar reclameflyers van kinderdagverblijven en neem ze mee naar de volgende les. (ieder groepslid heeft minimaal 2 flyers)

Week 3/4

Herhaling Doel TO 7

Je bent in staat om vanuit je eigen visie samen met anderen tot een gezamenlijke visie te komen en van daaruit te kijken naar uitgangspunten en je aan te passen aan gezamenlijke normen, waarden en opvattingen

What to do?

Aan de slag met: (onderstaande opdrachten verwerk je in je verslag)

1. Ieder groepslid heeft reclamefolders meegenomen. (maak hiervan foto’s en voeg deze toe in het verslag)

2. Bespreek met elkaar welke folder jullie het meeste aanspreekt en waarom?

What to do?

Aan de slag met: (onderstaande opdrachten verwerk je in je verslag):

3. Waar hoort een reclamefolder volgens jullie aan te voldoen? Wat denk je dat ouders het belangrijkste vinden? Waar letten ouders op?

What to do?

Aan de slag met: (onderstaande opdrachten verwerk je in je verslag):

4. Ga aan de slag met het maken van een reclamefolder voor jullie eigen KDV. Jullie zijn vrij op welke manier je dit gaat vormgeven. Voorwaarde is dat jullie visie en uitgangspunten aan de orde komen in de folder/ flyer.

What to do?

Aan de slag met: (onderstaande opdrachten verwerk je in je verslag):

5. In week 4 einde les is er een tentoonstelling. De groepen gaan elkaars flyers bekijken en schrijven een tip en top op bij de flyer.

6. De tips en tops worden verwerkt in het verslag.

Huiswerk volgende les

* Gebruik de beoordelingscriterialijst als checklist. Hebben jullie alles in je verslag zitten van opdracht 1?

* Lever dit verslag individueel in, in cumlaude. TO Docent spreekt hiervoor een inleverdatum af.