Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Proefwerk unit 4
Woordjes pagina 54. Vertaling staat bij jaarbijlagen Engels <--> Nederlands
Grammatica 3 onderdelen: a) trappen van vergelijking b) some/any, much/many/a lot of, (a)little/(a)few c) wanneer gebruik je quiet en wanneer quietly
Leestekst met 6 vragen
Slide 2 - Diapositive
Trappen van vergelijking
Woorden met één lettergreep (1x klappen) big - bigger - biggest of tall - taller - tallest
Woorden die op de -y eindigen (met 1 of meer lettergrepen0 ALTIJD volgens de éérste regel
Woorden met meer dan 1 lettergreep en niet eindigend op -y beautiful - more beautiful - most beautiful expensive - more expensive - (the) most expensive
Slide 3 - Diapositive
Uitzonderingen
Good - better - best
Bad - worse - worst
Much/Many - more - most
Little - less - least
Far - further - furthest
Slide 4 - Diapositive
Trappen van vergelijking
We hadden nog een paar andere manieren:
This coffee is too hot This coffee is not hot enough
This book is not as good as that one The red car is as fast as the blue car
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
+ly of nie?
Als een bijvoeglijknaamwoord een WERKWOORD omschrijft, dan krijgt deze +ly. Beschrijft het bijvoeglijknaamwoord een ZELFSTANDIGNAAMWOORD, dan gebeurt er lekker niks :)!!
Slide 7 - Diapositive
Coffee in the morning smells _________________.
A
FANTASTIC
B
FANTASTICLY
Slide 8 - Quiz
She likes to wear _________________ clothes when she goes out.
A
COLOURFUL
B
COLOURFULLY
Slide 9 - Quiz
Close the door _________________, please.
A
QUIET
B
QUIETLY
Slide 10 - Quiz
She _________________ recovered from her injuries.
A
SLOW
B
SLOWLY
Slide 11 - Quiz
You are a _________________ man having a wife like Rose.