Nederlands grammatica les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek
 

Regels in de klas

Jas in locker

Geen kauwgom of ander eten/drinken

Spullen op tafel

Telefoon in de tas en geluid uit

Oortjes in tas

Tas op de grond

Recht zitten

Doelen van de les

• Je weet hoe je werkwoorden kunt herkennen in een zin;
• Kun je de tijdproef uitleggen en toepassen;
• Kun je in zinnen de persoonvorm herkennen en benoemen;

Wat is de tegenwoordige tijd?

Zinnen in de tegenwoordige tijd (tt) 

beschrijven iets wat nu 

of in de toekomst gebeurt

Mochten er leerlingen zijn die het begrip tegenwoordige tijd niet kennen 

(NT2 leerlingen bijvoorbeeld maar ook leerlingen met een zwakke woordenschat) 

Wanneer je de begrippen niet kent waar de docent gebruik van maakt in de les, hoe kun je de lesinhoud dan begrijpen en leren?

Lesindeling

Theorie les

Uitleg opdrachten

Maak leesopdrachten

Afsluiting;

TT: Tegenwoordige tijd

NU

Wat is de verleden tijd?

Zinnen in de verleden tijd (vt)

beschrijven wat iemand heeft gedaan

of wat er al is gebeurd

T

VT : Verleden Tijd

TOEN

In welke tijd staan deze zinnen?

verleden tijd

tegenwoordige tijd

Mijn vader leest voor uit een nieuw boek.

Gisteravond gingen wij naar de bioscoop.

Hoelang mochten jullie gamen?

De leerlingen luisteren heel stil naar de docent.

Zij kregen nooit huiswerk op de basisschool.

Opdrachten 

Maak de opdrachten 9, 10, 11 uit je boek blz 60.

Ben je klaar 

Nakijken van de opdracht

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?

1. dag
2. regent
3. het
4. hele

Wat is de persoonvorm?

Thijs heeft vandaag ontzettend hard gewerkt aan zijn huiswerk.

1. Thijs
2. heeft
3. gewerkt
4. huiswerk

Wat is de persoonvorm in deze zin?

Ik ging naar mijn vriend z’n huis.

1. Ging
2. Naar
3. Mijn
4. Ik

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?

1. dag
2. regent
3. het
4. hele

Persoonsvorm vinden 

3 Manieren om de persoonsvorm te vinden
1. Maak er een vraagzin van.

2. Verander de tijd van de zin TT en VT.

3. Verander het aantal van de zin.

Opdrachten 

Maak de opdrachten 12, 13, 14, 15, 16 uit je boek blz 62.

Ben je klaar 

Nakijken van de opdracht

Heb je aan het doel van de les voldaan?

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting 

Veel succes met leren

Kijk op Magister wat je moet leren.