Werkwoordspelling: interactieve uitleg

Werkwoordspelling
Basisregels
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Basisregels

Slide 1 - Diapositive

Om goed te kunnen spellen moet je weten wat de persoonvorm is.

De persoonvorm vind je het beste door:
1. tt te veranderen in vt of andersom
   bv vandaag --> gisteren

2. mv te veranderen in enk of andersom
     bv: ik --> wij   wij  --> ik
Hoe weet je anders het verschil tussen:
het gebeurt
het is gebeurd

het betekent niets
het heeft niets betekend

Slide 2 - Diapositive

1. Het gebeurt
2. Het is gebeurd
A
1 = persoonsvorm 2 = persoonsvorm
B
1 = voltooid deelwoord 2 = voltooid deelwoord
C
1 = persoonsvorm 2 = voltooid deelwoord
D
1 = voltooid deelwoord 2 = persoonvorm

Slide 3 - Quiz

In een zin kunnen meer persoonsvormen staan.
JA
NEE

Slide 4 - Sondage

Hoeveel persoonsvormen staan in deze zin?
Als ik door de stad loop, zie ik een hoop mensen, die in een rij voor de winkels staan omdat er maar een paar mensen tegelijk naar binnen mogen.

Slide 5 - Diapositive

Deze werkwoorden zijn een stuk moeilijker.
Dat betekent dat hij verwacht  dat er nog niets gebeurt aan de lockdown.
Dat heeft betekend dat er wordt verwacht dat er nog niets is gebeurd aan de crisis.

Het nieuwtje verspreidt zich snel.
Het nieuwtje heeft zich snel verspreid.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Kernconcept 1: de persoonsvorm
  • Is het werkwoord in de zin een persoonsvorm?
  • Zo ja, staat hij in de tegenwoordige of verleden tijd?
  • Tegenwoordige tijd:
ik
stam (ik-vorm)
jij
stam+t of stam 
hij/zij/het
stam+t
meervoud
hele werkwoord

Slide 8 - Diapositive

..... (lopen) jij elke dag hard?

Slide 9 - Question ouverte

Hij ..... (vinden) het een prachtige fiets.

Slide 10 - Question ouverte

..... (vinden) jij de politiek belangrijk? Ik ben benieuwd naar je mening!

Slide 11 - Question ouverte

Als je van muziek ... (houden, tt), dan ... (vinden, tt) je een muziekchallenge vast leuk.
A
houdt, vindt
B
houdt, vind
C
houd, vindt
D
houd, vind

Slide 12 - Quiz

Begrijp je het tot nu toe?
ja
nee
een beetje
ik heb nog een vraag

Slide 13 - Sondage

Kernconcept 1: de persoonsvorm
  • Is het werkwoord in de zin een persoonsvorm?
  • Zo ja, staat hij in de tegenwoordige of verleden tijd?
  • Verleden tijd sterk: verandering van klank
  • Verleden tijd zwak:
  • Het kofschip!
  • vb:
  • veranderen
  • verhuizen
  • beloven  --> beloov
ik
hele ww - en + te/de
jij
hele ww - en + te/de
hij/zij/het
hele ww - en + te/de
meervoud
hele ww -en +ten/den

Slide 14 - Diapositive

Hij .... (gebruiken) gisteren voor het eerst zijn nieuwe telefoon.

Slide 15 - Question ouverte

Het vliegtuig ... (landen) gisteren net naast de landingsbaan.

Slide 16 - Question ouverte

De eendjes .... (vluchten) toen direct het water in!

Slide 17 - Question ouverte

Hij ..... (verwachten, vt) niet dat zijn vriend hem ... (uitlachen, vt)
A
verwachte, uitlachte
B
verwachtte, uitlachtte
C
verwachtte, uitlachte
D
verwachte, uitlachtte

Slide 18 - Quiz

Begrijp je het tot nu toe?
ja
nee
een beetje
ik heb nog een vraag

Slide 19 - Sondage

Geen persoonsvorm?
  • infinitief: hele werkwoord (woordenboekvorm): lopen
  • gebiedende wijs: stam van het werkwoord (ik-vorm): loop
  • onvoltooid deelwoord: lopend, fietsend, etc. 
  • voltooid deelwoord: gelopen/ gefietst ( kofschip) + hebben/zijn
  • voltooid deelwoord als bn: zo kort mogelijk

Slide 20 - Diapositive

Voltooid deelwoord
hebben/zijn/worden + ge/be/ver  +d/en                                          hebben gelopen, zijn gebouwd

Laat je niet voor de gek houden door alleen te kijken naar  ge/be/ver!!! 
gebeuren betekenen beslissen verwachten hebben altijd  ge/be/ver.
Zoek daarom altijd eerst de persoonsvorm.

Zwak?
   Hele ww -en  + d  of t         Gebruik 't kofschip  voor -d of -t 
Geloven - geloov - geloofd
Verhuizen - verhuiz - verhuisd
Fietsen - fiets - gefietst
Verwachten - verwacht - verwacht

Slide 21 - Diapositive

Ik heb toen mijn diploma eindelijk .... (halen).

Slide 22 - Question ouverte

Hij heeft met zijn vriendin door Azië .... (reizen).

Slide 23 - Question ouverte

Hij heeft zijn hond ... (verwaarlozen), terwijl hij hem altijd heeft .... (vertroetelen).

Slide 24 - Question ouverte

Begrijp je het tot nu toe?
ja
nee
een beetje
ik heb nog een vraag

Slide 25 - Sondage

Zelf oefenen
Ga naar Kwizl.eu
Log in met je entree-account
Maak de opdracht spelling die klaarstaat.

Slide 26 - Diapositive

Voltooid deelwoord als bn
  • Het zegt iets over een zelfstandig naamwoord
  • Je schrijft het zo kort mogelijk, behalve als het uitspraak-problemen oplevert
  • De verbrede weg, de verpotte planten, de vergrote trap

Slide 27 - Diapositive

Het .... (vallen) kind had pijn aan zijn knie.

Slide 28 - Question ouverte

De .... (uitstallen) kleren waren afgeprijsd.

Slide 29 - Question ouverte

Het .... (stranden) schip lag nog op de kust.

Slide 30 - Question ouverte

Hij plakte de ...... (vergroten) foto in het album.

Slide 31 - Question ouverte

Wij ... (bezoeken, vt) in Italië het ... (verwoesten) hotel.

Slide 32 - Question ouverte

Begrijp je het tot nu toe?
ja
nee
een beetje
ik heb nog een vraag

Slide 33 - Sondage

En nu door elkaar

Slide 34 - Diapositive

Wij .... (verbazen, vt) ons erover, dat hij zo ...... (verlangen,vt) naar een ..... (schrijven) brief.

Slide 35 - Question ouverte

We hebben de (braden).... kip en het ....(stoven) vlees van tevoren ...... bereiden.

Slide 36 - Question ouverte

Het ...... (gebeuren, tt) weleens dat de link van de les niet in Magister ... (verschijnen, tt).

Slide 37 - Question ouverte

Hoe ging het?
Ik snap het helemaal
Ik vind de persoonsvorm tt nog moeilijk
ik vind de persoonsvorm vt nog moeilijk
ik vind het voltooid deelwoord nog moeilijk
ik vind het voltooid deelwoord als bijv nw nog moeilijk
ik heb nog (een) vraag/vragen

Slide 38 - Sondage

Slide 39 - Lien

Bespreken/Zelf oefenen
We bespreken de opdrachten in Kwizl die je gemaakt hebt.

Je gaat via Kwizl oefenen met Werkwoordspelling.
Ga naar kwizl.eu
Log in met je Entree-account.
Maak de opdrachten werkwoordspelling.

Slide 40 - Diapositive