§3.2 Stroomgebieden en stroomstelsels

§3.2 Stroomgebieden en stroomstelsels
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§3.2 Stroomgebieden en stroomstelsels

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Leerdoelen
- Herhaling §3.1
- Wat weten jullie al: Stroomgebied Maas & Rijn
- Uitleg
- Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet uit welke onderdelen een stroomgebied bestaat.
Je begrijpt dat het debiet iets anders is dan het regiem.
Je kunt in de atlas stroomgebieden aanwijzen.

Slide 3 - Diapositive

Welke kringloop is hier te zien?
A
Lange waterkringloop
B
Korte waterkringloop

Slide 4 - Quiz

Gemengde rivier
Gletsjerrivier
Regenrivier
Rivier met regenwater
Rivier met smeltwater
Rivier met regen- en smeltwater

Slide 5 - Question de remorquage

Slepen maar!
Rijn
Maas
Regenrivier
Gemengde rivier
Veel waterafvoer in de winter en het voorjaar
Veel schommelingen in de waterafvoer

Slide 6 - Question de remorquage

Rijn
Maas
Regenrivier
Gemengde  rivier

Slide 7 - Question de remorquage

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 8 - Question de remorquage

Stroomgebied
  • Reliëf (bergen) vormt de waterscheiding die de grens markeert tussen stroomgebieden. (=het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt)

  • De Maas en de Rijn met al hun zijrivieren noem je het stroomstelsel van deze rivieren. 

Slide 9 - Diapositive

Stroomgebied 
versus stroomstelsel

Slide 10 - Diapositive

Lopen van de rivier
Een stroomstelsel bestaat uit drie delen:
  1. Bovenloop: hoog in de bergen, waar de bron van de rivier is.
  2. Middenloop: het middelste deel waar de rivier vaak door een dal stroomt.
  3. Benedenloop: dicht bij de riviermonding waar de rivier in een delta naar zee stroomt.

  • De Nederlandse delta is gemaakt door de Rijn, de Maas en de Schelde. De rivieren hebben zich hier vertakt en lagen zand en klei neergelegd voordat ze in zee stromen.

Slide 11 - Diapositive

Debiet
  • De hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt, is het debiet.
  • Riviermonding Rijn: 2300 m3 per seconde. 
  • Riviermonding Maas: 230 m3 per seconde.

  • Het debiet kan gedurende het jaar variëren. Het debiet wordt hoger in natte jaren. 

Slide 12 - Diapositive

Regiem
  • Het regiem is de schommeling tussen waterafvoer in een rivier, door bijv. regenval.

  • Het regiem kan gedurende het jaar veranderen, afhankelijk van het weer.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Hoe snel stroomt de rivier?
Wat is het verschil tussen verval en verhang?
  • Verval is het hoogteverschil tussen twee plaatsen.
  • Verhang is het hoogteverschil per kilometer. Hoe groter, hoe steiler de rivier, hoe harder het water stroomt.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Sleep de juiste begrippen bij de juiste plekken
Bovenloop
Benedenloop
Middenloop
Hoog verhang
Laag verval

Slide 17 - Question de remorquage

Verval

Slide 18 - Diapositive

Verhang

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive