VB3 - Monday 20 March - oefentoets unit 4

Welcome!
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome!

Slide 1 - Diapositive

Planning:
  • Toetsweek stof
  • quiz unit 4 (woordjes, expressions & grammar)
  • Q & A over de toets

Slide 2 - Diapositive

Toetsweek:
UNIT 4:
  • Woordjes blok 3/4/5/6
  • Zinnen B & C
  • Past Simple
  • Present Perfect
  • Onregelmatige werkwoorden op p. 59
  • Past continuous

Slide 3 - Diapositive

to chew
A
pakkend
B
deelnemen
C
kauwen
D
snaren

Slide 4 - Quiz

hard-boiled
A
drumstel
B
hardgekookt
C
slagwerk
D
akkoord

Slide 5 - Quiz

to peel
A
schillen
B
betekenisvol
C
ritme
D
hitlijsten

Slide 6 - Quiz

to spill
A
ergens induiken
B
betekenisvol
C
garanderen
D
knoeien

Slide 7 - Quiz

grapes
A
genre
B
oorsprong
C
garantie
D
druiven

Slide 8 - Quiz

to complain
A
deelnemen
B
klagen
C
snaren
D
ritme

Slide 9 - Quiz

request
A
schema
B
invloed
C
verzoek
D
oorsprong

Slide 10 - Quiz

coconut
A
kokosnoot
B
genre
C
opwinding
D
slagwerk

Slide 11 - Quiz

voorgerecht
A
appetizer
B
delicious
C
waiter
D
mood

Slide 12 - Quiz

ober
A
to improvise
B
fork
C
waiter
D
salt

Slide 13 - Quiz

boterham
A
spoon
B
sandwich
C
crispy
D
unique

Slide 14 - Quiz

zout
A
sugar
B
spoon
C
salt
D
fork

Slide 15 - Quiz

Vertaal het woord:
rekening

Slide 16 - Question ouverte

aangebrand

Slide 17 - Question ouverte

gehaktbal

Slide 18 - Question ouverte

kaasplank

Slide 19 - Question ouverte

entrance
A
opmerken
B
verwachten
C
ingang
D
geweldig

Slide 20 - Quiz

journey
A
teleurgesteld
B
reis
C
hartverscheurend
D
gemeen hebben

Slide 21 - Quiz

roots
A
oorsprong
B
dol zijn op
C
overweg kunnen
D
verwachten

Slide 22 - Quiz

venue
A
snaren
B
niet kunnen uitstaan
C
cursus
D
zaal

Slide 23 - Quiz

Geef de betekenis van het woord:
attachment

Slide 24 - Question ouverte

experience

Slide 25 - Question ouverte

meaningful

Slide 26 - Question ouverte

stage fright

Slide 27 - Question ouverte

bestelling
A
glad
B
lonely
C
mad
D
order

Slide 28 - Quiz

herrie
A
noise
B
to yawn
C
to feel sorry for
D
nice

Slide 29 - Quiz

muzikant
A
mucician
B
musickian
C
musician
D
mosician

Slide 30 - Quiz

rijk
A
to scream
B
rich
C
annoyed
D
frustrated

Slide 31 - Quiz

Vertaal het woord:
gitaar

Slide 32 - Question ouverte

podium

Slide 33 - Question ouverte

optreden

Slide 34 - Question ouverte

kaartje

Slide 35 - Question ouverte

PAST SIMPLE
We...(to hear) the storm from miles away.
A
hear
B
heard
C
heared
D
have heard

Slide 36 - Quiz

PRESENT PERFECT
I...just...(to finish) my homework.
A
finished
B
has finished
C
finish
D
have finished

Slide 37 - Quiz

PAST SIMPLE
In 2020, I...(to visit) Northampton.
A
visited
B
visit
C
have visited
D
has visited

Slide 38 - Quiz

PAST SIMPLE
Last year, we...(to take) great pictures in Istanbul.
A
take
B
have taken
C
took
D
taked

Slide 39 - Quiz

PRESENT PERFECT
They...(to live) in Horst since 2018.
A
have lived
B
has lived
C
live
D
lived

Slide 40 - Quiz

PRESENT PERFECT
Look! Mom...(to make) an apple pie for us!
A
have made
B
has made
C
made
D
maked

Slide 41 - Quiz

Iets wat in het verleden gebeurde en nu nog steeds bezig is / of effect heeft.
Voorbeeld: I have lived in Horst since 2018.
Iets wat je in het verleden deed en het is nu voorbij.
Voorbeeld:  Yesterday I played football.
Iets wat je in het verleden deed, je wil zeggen dat het een langere tijd duurde.
Voorbeeld: I was watching a movie when you called me.
past simple
present perfect
past continuous

Slide 42 - Question de remorquage

Past continuous.
You...(to watch) a movie last night.

A
watched
B
watching
C
was watching
D
were watching

Slide 43 - Quiz

(-) He...(to swim) in the pool when I called him.
A
were swimming
B
wasn't swimming
C
swimming
D
swam

Slide 44 - Quiz

...you...(to play) football when I left the training?
A
played
B
was playing
C
were playing
D
play

Slide 45 - Quiz

Wat komt er op de puntjes:
...it...(to drink) milk when I entered the room?

Slide 46 - Question ouverte

(-)
I...(to read) a book when you sent me a message.

Slide 47 - Question ouverte

(+)
They...(to write) essays for about an hour.

Slide 48 - Question ouverte

Hoe goed denk je dat je voorbereid bent voor de toets? 0 = totaal niet. 10 = helemaal in orde
010

Slide 49 - Sondage