4 kader voorbereiding toets H5

Rekenen, meten schatten

Onderwerpen:

  1. Snelheid
  2. Procenten
  3. Prijzen vergelijken
  4. Tijd
  5. Oppervlakte
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Rekenen, meten schatten

Onderwerpen:

  1. Snelheid
  2. Procenten
  3. Prijzen vergelijken
  4. Tijd
  5. Oppervlakte

Slide 1 - Diapositive

Youssef rijdt 50 km in 25 minuten.
Hoeveel meter is dat per minuut?
A
50 : 25 = 2
B
50 x 10 : 25 = 20
C
50 x 100 : 25 = 200
D
50 x 1 000 : 25 = 2 000

Slide 2 - Quiz

Ahmet rijdt 1 800 meter in 1 minuut.
Wat is zijn snelheid in m/s?
A
1 800 x 3,6 = 6,480
B
1 800 x 60 = 108
C
1 800 : 60 = 30
D
pffff

Slide 3 - Quiz

Lars fietst 5 m/s.
Wat is zijn snelheid in km/u?
A
5 : 3,6 = 1,4
B
5 x 3,6 = 18
C
5 x 60 = 300
D
ik ben moe

Slide 4 - Quiz

Samir verbruikt 1 liter benzine per 9 km.
Hoeveel liter benzine heeft hij nodig voor 24 km?
A
24 : 9 = 2,7
B
9 x 24 = 216
C
9 : 24 x 100 = 37,5
D
Ik heb er de kracht niet meer voor .....

Slide 5 - Quiz

Kristy rijdt 120 km/u.
De afstand is 40 km.
Hoeveel minuten is ze onderweg?
A
120 : 40 = 3
B
120 : 60 x 40 = 80
C
120 : 40 x 60 = 180
D
60 : 3 = 20

Slide 6 - Quiz

Hoeveel meter is een verdieping van een flatgebouw ongeveer?
A
2,5 m
B
3 m
C
4 m
D
3 km

Slide 7 - Quiz

Hoeveel is 70 % van 300?
A
240
B
200
C
210
D
220

Slide 8 - Quiz

Zakaria geeft 60 euro per dag uit.
Heeft hij genoeg aan 2 000 euro per maand?
A
Ja
B
Nee
C
Het is een schande
D
Mocht-ie willen

Slide 9 - Quiz

Joey koopt een jas voor 120 euro exclusief BTW.
Wat is de prijs inclusief 21 % BTW?
A
120 : 100 x 21 = 25,20 120 - 25,20 = 94,80
B
120 : 100 x 21 = 25,20 120 + 25,20 = 145,20
C
120 : 21 = 5,71 120 + 5,71 = 125,71
D
Ik geef het op

Slide 10 - Quiz

Gidion staat met een klompje goud op een weegschaal. Gidion weegt 65 kg.
De weegschaal geeft 70 400 gram aan.
Hoeveel kg weegt het klompje goud?
A
5 400
B
4 600
C
4,6
D
5,4

Slide 11 - Quiz

Givaino is in Japan en betaalt 6 000 yen voor sushi.
De wisselkoers is 100 yen = 0,20 euro
Hoeveel euro heeft Givaino uitgegeven?
A
60 x 0,20 = 12
B
6 000 x 0,20 = 1,200
C
6 000 : 20 = 300
D
Hij lust geen sushi

Slide 12 - Quiz

Eren heeft 35 000 euro gewonnen met de vriendenloterij.
Hij geeft deel uit aan een auto.
Hoeveel euro kost de auto?
75
A
5 000
B
21 000
C
25 000
D
Eren spaart verder voor een BMW

Slide 13 - Quiz

Muhammed geeft 60 000 euro uit aan 75 iPhones.

Wat is de prijs per iPhone ?
A
60 x 75 = 4,500
B
60 000 : 100 x 75 = 45,000
C
60 000 : 75 = 800
D
Hij koopt alleen Samsung

Slide 14 - Quiz

Leferink koopt een eiland van 1,5 bij 2 km.

Wat is de oppervlakte van het eiland in m
2
A
1,5 x 2 = 3
B
1 500 x 2 000 = 3 000 000
C
1,5 x 2 x 1 000 = 3 000
D
Is er geen strand......?

Slide 15 - Quiz