Weet je het nog H1

Weet je het nog?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Weet je het nog?

Slide 1 - Diapositive

de fase-aanduiding voor "vloeibaar" is
A
(s)
B
(l)
C
(g)
D
(aq)

Slide 2 - Quiz

Is de massa van een stof een stofeigenschap?



A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

De massa = 24 g
De dichtheid = 3 g/cm3
Bereken het volume
A
24 : 3 = 8 cm3
B
3 : 24 = 0,125 cm3
C
24 x 3 = 72 cm3

Slide 4 - Quiz

Is de dichtheid van een stof een stofeigenschap?



A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Welke fase heeft regen?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de faseovergang van vast naar vloeibaar?
A
smelten
B
stollen
C
rijpen
D
sublimeren

Slide 7 - Quiz

Een faseovergang is wanneer een stof van de ene fase naar de andere fase gaat dmv afkoelen of verwarmen
A
Juist
B
Onjuist
C
geen idee

Slide 8 - Quiz

Een suspensie is .....
A
Helder
B
Troebel

Slide 9 - Quiz

Een oplossing is ....
A
Helder
B
Troebel

Slide 10 - Quiz

Een blijvende emulsie is een mengsel van..
A
Water en zout
B
water, olie en emulgator
C
Olie en bezine
D
water en olie

Slide 11 - Quiz

Wat voor soort mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Zuivere stof
C
Suspensie
D
Emulsie

Slide 12 - Quiz

Welke wetenschap houdt zich bezig met het veranderen van stoffen?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 13 - Quiz

Stofeigenschappen zijn:
A
geur, kleur, massa
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt, smeltpunt, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 14 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
giftig
B
licht ontvlambaar
C
corrosief
D
schadelijk

Slide 15 - Quiz

Zuivere stof of mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 16 - Quiz

Is dit een grafiek van een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 17 - Quiz

Is hier een zuivere stof of een mengsel te zien?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 18 - Quiz

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 19 - Quiz

Zie je een
zuivere stof of een mengsel
en waarom?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 20 - Quiz

De massa = 30 g
Het volume = 5 cm3
Wat is de dichtheid?
A
5 x 30 = 150 g/cm3
B
5 : 30 = 0,17 g/cm3
C
30 : 5 = 6 g/cm3

Slide 21 - Quiz

Verklaar het verschil tussen warm en koud water met het deeltjesmodel
A
Moleculen bewegen sneller in koud water
B
Moleculen bewegen sneller in warm water

Slide 22 - Quiz