Uitleg les 2: Hoofdstuk 1 Beroepen en werkvelden Test je kennis

• Zorg en Welzijn
• Voortgezet speciaal onderwijs

Hoofdstuk 1 Beroepen en werkvelden

Wat houdt het medisch beroepsgeheim in?

1. Dat een arts geen medische gegevens mag delen met anderen, alleen met toestemming van de cliënt of in noodsituaties
2. Dat een arts geen medische gegevens mag delen met anderen, ook niet met toestemming van de cliënt of in noodsituaties
3. Dat een arts met een medisch beroepsgeheim, niet mag vertellen wat voor werk hij/zij doet
4. Dat een arts medische gegevens altijd mag delen met anderen, ook als de cliënt hier geen toestemming voor geeft.

Welke van de volgende eigenschappen is het meest belangrijk als tandartsassistente?

1. Dat je er verzorgd uitziet.
2. Dat je hygiënisch werkt
3. Dat je op tijd komt
4. Dat je snel werkt

Wie is het aanspreekpunt voor de specialist en de cliënten?

1. Apothekersassistente
2. Assistente consultatiebureau
3. Medische secretaresse
4. Tandartsassistente

Jij bent doktersassistente en iemand komt bij jou aan de balie. Je ziet dat deze persoon erg bang is omdat hij op ziet tegen een ingreep. Wat doe je?

1. Je stelt deze persoon gerust en probeert je in te leven
2. Je verwijst deze persoon naar de wachtkamer
3. Je zegt dat hij niet bang hoeft te zijn en stuurt hem door naar de wachtkamer
4. Je doet niets. Geruststellen is een taak van de dokter

Een tandartsassistente mag zelfstandig een gaatje vullen

1. Waar
2. Niet waar

Waarom verwerkt de assistent consultatiebureau de gegevens in het dossier van het kind?

1. Zodat de arts of wijkverpleegkundige de groei en ontwikkeling van het kind in de gaten kan houden
2. Zodat de huisarts kan zien hoe het met het kind gaat
3. Zodat de ouders dit kunnen zien
4. Zodat je de gegevens zelf nog eens terug kunt zoeken

Maken:

• Heb je blz 125 t/m 136 af?
• Maken deelopdracht 1 t/m 3 (blz 21 - 28)

Klaar? Melden bij docent voor extra opdracht.