oefentoets H 1 en 2 assisteren in de gezondheidszorg K7

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

oefentoets H 1 en 2 assisteren in de gezondheidszorg K7

Jullie maken het eerst blokuur zelfstandig een samenvatting van H 1 en 2

Laatste uur doen we een lesson-up met toetsvragen

1. Lees het voorbeeld. Wat voor soort vraag is het?
Wat is er aan de hand?

1. Controlevraag
2. herhalingsvraag
3. gesloten vraag
4. open vraag

. Wat is een voorbeeld van een gesloten vraag?

1. Wat kan ik voor u doen?
2. Hoe voelt u zich?
3. Is dit duidelijk voor u?
4. Waarmee kan ik u helpen?

Met welke woorden beginnen open vragen?

Hoe worden vragen genoemd die met ja of nee beantwoord kunnen
worden?

1. Controle vragen
2. open vragen
3. herhalingsvragen
4. gesloten vragen

Wat betekend urgentie?

1. Dat iets dringend is.
2. Dat iets geen haast heeft.
3. Dat iets nauwkeurig gedaan moet worden.
4. Dat iets erg moeilijk is.

Stelling: Een online afsprakensysteem heeft als nadeel dat je niet in de
avond of in het weekend zelf een afspraak kunt inplannen.

1. juist
2. onjuist

Stelling: Een online afsprakensysteem heeft als voordeel dat het goed
de urgentie in kan schatten.

1. juist
2. onjuist

Wat is een ander woord voor inlevingsvermogen?

1. Emotie
2. Empathie
3. Representatie
4. Respect

Lees het voorbeeld. Wat voor soort vraag is dit?
Herkent u wat ik zeg?'

1. Controlevraag
2. Gesloten vraag
3. Open vraag
4. Herhalingsvraag

Wat hoort bij jezelf representatief opstellen?

1. Een actieve lichaamshouding en jezelf kunnen zijn.
2. Een actieve lichaamshouding en verzorgde nagels.
3. Initiatief nemen en je mening durven geven.
4. Jezelf kunnen zijn en zelfverzekerd zijn.

Wat zijn een voorbeelden van aanstootgevend gedrag?

1. roken
2. zoenen
3. make-up bijwerken
4. glimlachen

Als een client boos of agressief is, wat doe jij dan?

1. ga met hem in discussie
2. Laat hem uitrazen
3. Je zegt: Doe even normaal meneer
4. Je leeft je in in de client en stelt hem gerust.

Wat zijn emoties?

Wat houdt het medisch beroepsgeheim in?

1. Dat een arts geen medische gegevens mag delen met anderen, alleen met toestemming van de cliënt of in noodsituaties
2. Dat een arts een medische gegevens mag delen met anderen, ook niet met toestemming van de cliënt of in noodsituaties.
3. .Dat een arts met een medisch beroepsgeheim, niet mag vertellen wat voor werk hij/zij doet.
4. Dat een arts medische gegevens altijd mag delen met anderen, ook als de cliënt hier geen toestemming voor geeft.

Welke van de volgende eigenschappen is het meest belangrijk als
tandartsassistent?

1. Dat je er verzorgd uitziet.
2. Dat je hygiënisch werkt.
3. Dat je op tijd komt.
4. Dat je snel werkt.

Wie is het aanspreekpunt voor de specialist en de cliënten?

1. Apothekersassistent
2. Assistent consultatie bureau
3. Medisch secretaresse
4. Tandartsassisitent

Lees het voorbeeld. Welke actie is verstandig om te ondernemen?
Iemand komt aan jouw balie bij de huisartsenpraktijk waar jij werkzaam bent als doktersassistent. Je ziet dat deze persoon
erg bang is. Hij zegt dat hij op ziet tegen de ingreep die de dokter zal doen.

1. Je stelt deze persoon gerust en probeert je in te leven.
2. Je verwijst deze persoon naar de wachtkamer.
3. Je zegt dat hij niet bang hoeft te zijn er verwijst hem door naar de wachtkamer.
4. Je doet niets. Geruststellen is de taak van de dokter.

Stelling: Een tandartsassistent mag zelfstandig een gaatje vullen.

1. juist
2. onjuist

Stelling: Een tandartsassistent geeft de juiste instrumenten aan.

1. juist
2. onjuist

Waarom verwerkt de assistent consultatiebureau de gegevens in het
dossier van het kind?

1. Zodat de arts of wijkverpleegkundige de groei en ontwikkeling in de gaten kan houden.
2. Zodat de huisarts kan zien hoe het met het kind gaat
3. Zodat de ouders dit kunnen zien.
4. Zodat je de gegevens zelf nog eens terug kunt zoeken.

Bij welk beroep is een nauwkeurige werkhouding nog meer van belang?

1. Tandartsassistent
2. Doktersassistent
3. Apothekersassistent

Wat betekend steriel?

Wat wordt bedoeld met een specialist?