Herhaling thema 6 + biotechnologie 6.6

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Erfelijkheid en evolutie

Thema 6

Erfelijke eigenschappen:

eigenschappen die je van je ouders hebt geerfd.

Basisstof 1 Genotype en Fenotype

Genotype

Alle erfelijke eigenschappen van een organisme die je hebt gekregen van je biologische ouders (bijv. sproeten)

je kunt ze niet veranderen

Fenotype

Je fenotype komt tot stand door je genotype EN de invloeden vanuit het milieu

- in de zon zitten

- haarverven

- tattoo

- littekens

het zichtbare uiterlijk

Het FENOTYPE van een organisme ontstaat dus door

GENOTYPE  en door INVLOEDEN UIT DE OMGEVING

Ezelsbruggetje:

GENotype = gen 

Fenotype = verF + veranderen

Wat wordt bepaald door genotype of fenotype? Sleep de eigenschappen A t/m H naar genotype of fenotype. 

Genotype

Fenotype

Een wipneus

Stijl haar vanaf de geboorte

Piercings 

Sproeten

Een litteken

gespierd lichaam

Eelt op je handen door hard werken

Blauwe ogen

HET GENOTYPE word bepaald door erfelijkheid en invloeden uit het milieu

1. juist
2. onjuist

stelling: van je vader krijg je minder genen dan van je moeder, klopt dat en leg uit waarom eens/oneens

Welk van onderstaande eigenschap heeft te maken met het fenotype?

1. Blond geverfd haar
2. Kort geknipt haar
3. Rossig haar
4. Zowel A, B als C

DNA, wat is dat?

filmpje

https://schooltv.nl/video/wat-doet-dna-receptenboek-voor-je-lijf/#q=dna

Ieder organisme heeft zijn of haar unieke DNA

De stof DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen

Informatie in het DNA noem je GENOTYPE

Elke lichaamscel heeft een kern

Je ichaam bestaat

  uit

 lichaamscellen

Chromosomen

zijn lange dunne draden 

in elke kern

In elke celkern liggen chromosomen

In deze draden zit de stof

DNA

DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen.

1. ja
2. nee

DNA uit bijv. haar of bloed kan als bewijsmateriaal dienen

De politie gebruikt DNA, omdat iedereen uniek

DNA heeft

1. waar
2. niet waar

Welke kenmerken kunnen erfelijk zijn?

kromme pink

astma

dyslexie

humor

lang haar

kleur ogen

Biotechnologie

Laatste paragraaf voor thema 6.

Toets -->  maandag 22 mei

Leerdoelen

Je weet wat ze bedoelen met biotechnologie

Je kunt een aantal voorbeelden noemen van biotechnologie

Je kent een aantal vormen van moderne biotechnologie

Wat denk jij dat biotechnologie is?

Biotechnologie

Klassieke biotechnologie 

Gebruik van traditionele technieken

Biotechnologie

• gist voor brood,bier,wijn
• bacteriën voor kaas, yoghurt 

Moderne biotechnologie 

Gebruik van moderne technologie

aanpassen van eigenschappen

de genen worden aangepast 

(genetische modificatie)

biotechnologie

Moderne biotechnologie 

een orgganisme dat genetisch gemodificeerd is noem je transgeen. 

biotechnologie

0

bij genetische modificatie is het aanbrengen van nieuwe erfelijke informatie in het Dna van een organisme. 

soms gebruiken ze bacteriën, schimmels planten en dieren.

kan nuttig zijn voor mensen denk aan medicijn of voedsel

Waarom zou je DNA willen veranderen?

voorstanders en tegenstanders

Sommige mensen zijn voor en andere tegen.

men vindt dat door genetisch modificatie je voedsel milieuvriendelijker kan produceren omdat er dan minder gif nodig is. 

ook nieuwe medicijnen voor ziekten

tegenstanders zie filmpje hierna

Aan de slag

• Lees bs 6.6
• 
  
• KGT= maak opdr 32 tm 36
• BB=  MAAK 29 TM 31