vd (en td) als bn.

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

0

Slide 2 - Vidéo

0

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Het tegenwoordig deelwoord (td) 
als bijvoeglijk naamwoord (bn)

de slapende leerling
het dansende meisje
een joelende menigte

Slide 8 - Diapositive

De begeleide/ begeleidde man was blij met Antons hulp.

Slide 9 - Question ouverte

De verwoeste/verwoestte kerktoren wordt weer snel gerepareerd.

Slide 10 - Question ouverte

De storm verwoestte / verwoeste onlangs de kerktoren.

Slide 11 - Question ouverte

De slapende kater was gemakkelijk te fotograferen.

A
tegenwoordig deelwoord als BN
B
voltooid deelwoord als BN

Slide 12 - Quiz

Het dierenasiel vangt ieder jaar tientallen gedumpte kittens op.

A
voltooid deelwoord als BN
B
tegenwoordig deelwoord als BN

Slide 13 - Quiz

Het (typen) adres
A
getypete
B
getypte

Slide 14 - Quiz

Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten

Slide 15 - Quiz

Herhaling
Eenvoltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord kunnen worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. 

Je schrijft deze woorden zo kort mogelijk, maar de uitspraak moet goed zijn.

Slide 16 - Diapositive