Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3
Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Tekst
Mens en Activiteit
Blok 8 Het Woonzorgcentrum
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen:
je leert activiteiten bedenken bij de doelgroep ouderen
je kunt acitivteiten kiezen die ouderen interesseren
je kunt acitiviteiten voorbereiden voor ouderen
Je kunt kosten berekenen voor de gekozen activiteiten
Je kunt een draaiboek maken
Slide 2 - Diapositive
Werken in de dagbesteding
Deel A
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Dagbesteding ouderen Waar denk jij aan?
Slide 5 - Carte mentale
Als je gaat werken op een dagbesteding, ga je ook activiteiten bedenken een voorbereiden voor ouderen.
Dit doe je niet zomaar want je hebt altijd een doel.
Je bedenkt van te voren wat je wilt bereiken.
Slide 6 - Diapositive
Soorten activiteiten:
Sociale activiteiten:
Doel: sociale contacten bevorderen
Recreatieve acitviteiten:
Doel: Ontspannen en plezier maken
Sportieve activiteiten
Doel: langer gezond blijven en fit voelen
Educatieve activiteiten
Doel: waar je iets van kunt leren
Slide 7 - Diapositive
Bij ouderen zijn educatieve activiteiten belangrijk om hun geheugen te trainen en om op de hoogte te blijven van wat er in de samenleving gebeurd.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
TEST JE KENNIS
Slide 12 - Diapositive
Problemen met het gehoor noem je ook wel
A
visuele beperking
B
auditieve beperking
C
audio beperking
D
cognitieve beperking
Slide 13 - Quiz
auditief beperkt
fysiek beperkt
visueel beperkt
cognitief beperkt
Slide 14 - Question de remorquage
Welke activiteit zal geschikt zijn voor iemand die de ziekte van Parkinson heeft?
A
judo
B
spinning
C
fit-/zitgym
D
aerobics
Slide 15 - Quiz
fit-/zitgym
hardlopen
Welke sport is meer geschikt voor iemand met een fysieke beperking?
Slide 16 - Diapositive
Wat kan de dagbesteding aanbieden om de fijne motoriek te stimuleren?
A
breien
B
dansen
C
quiz
D
wandelen
Slide 17 - Quiz
Wat kan de dagbesteding aanbieden om de grove motoriek te stimuleren?
A
haken
B
breien
C
dansen
D
puzzelen
Slide 18 - Quiz
Hoe kan je ervoor zorgen dat de ouderen niet eenzaam zijn door hun vrije tijd op te vullen?
A
Het stimuleren om sociale media gebruik te maken om contacten te leggen
B
bezig houden met nieuwe activiteiten om contact te leggen met nieuwe mensen
C
Beide antwoorden zijn goed
Slide 19 - Quiz
Bij dagbesteding is aandacht voor dagelijkse activiteiten, hobbytraining, geheugentraining en ontspanning.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Welk antwoord is fout
A
Activiteiten zijn belangrijk omdat je dan andere mensen ontmoet
B
Activiteiten zijn belangrijk omdat er eten is
C
Activiteiten zijn belangrijk om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
D
Activiteiten zijn belangrijk om regelmaat in je dag te vinden
Slide 21 - Quiz
Als je verschillende activiteiten organiseert met verschillende tijden en mensen heb je een....
A
draaiboek nodig
B
rooster nodig
C
dagboek nodig
Slide 22 - Quiz
Het doel van sociale activiteiten is:
A
sociale contacten bevorderen
B
activiteiten uitvoeren die mensen graag doen
C
activiteiten uitvoeren om mensen in beweging te krijgen
D
activiteiten uitvoeren waarbij je mensen iets leert
Slide 23 - Quiz
Recreatieve activiteiten
A
Activiteiten die je moet doen
B
Activiteiten alleen voor kinderen
C
Activiteiten die je alleen op school doet.
D
Activiteiten die je voor je plezier doet
Slide 24 - Quiz
Erik heeft moeite met de computer te werken, hij wil hier graag beter in worden. Welke activiteiten raadt jij aan?
A
(Re) creatieve activiteiten
B
Arbeidsmatige activiteiten
C
Educatieve activiteiten
D
Zelfzorgactivteiten
Slide 25 - Quiz
Welke activiteiten horen bij de fijne motoriek?
A
een stukje speelgoed vastpakken
B
hoofdje optillen
C
een blokje in een doosje doen
D
een lepeltje naar de mond brengen
Slide 26 - Quiz
Activiteiten kunnen verschillende doelen hebben. Welke omschrijving hoort bij het doel ''groepsactiviteit'' ?
A
Bevordert contacten tussen mensen
B
Doe je met twee of meer personen
C
Kun je iets van leren
D
Kom je mee in beweging
Slide 27 - Quiz
Welke uitspraak is juist? Met een rooster kun je...
A
De indeling aangeven van de personen die meehelpen.
B
uitleg geven over de soorten activiteiten.
C
uitrekenen hoeveel materialen je nodig hebt.
Slide 28 - Quiz
Je organiseert een sportdag. Daarom wil je een overzicht krijgen van de verschillende activiteiten, de tijdstippen waarop de activiteiten plaatsvinden en de meewerkende personen. Wat kun je dan het beste gebruiken?
A
Een draaiboek
B
Een evaluatieformulier
C
Een rooster
Slide 29 - Quiz
Welke activiteiten stimuleert de fijne motoriek?
meerdere antwoorden mogelijk
A
verstoppertje spelen
B
tekening maken
C
voetballen
D
knippen en plakken
Slide 30 - Quiz
Vraag 17 [2 punten]
Welke uitspraken over het plannen van activiteiten zijn juist? Kies de juiste antwoorden. Met een rooster kun je ..
A
de indeling aangeven van de personen die meehelpen.
B
informatie geven over de tijdstippen van activiteiten.
C
uitleg geven over de soorten activiteiten.
D
uitrekenen hoeveel materialen je nodig hebt.
Slide 31 - Quiz
Wat doe je als eerst als je een rooster gaat maken?
A
Bekijken wanneer tijd beschikbaar is
B
Een lijst maken van activiteiten die ingeroosterd moeten worden
C
Personen indelen bij activiteiteb
Slide 32 - Quiz
Vragen?
Stel ze aan je docent.
Slide 33 - Diapositive
Blok 8 Het woonzorgcentrum blz 199 t/m219
Maken Opdr. 1 -> Lees de roze blokken
Opdr 2 -> lees de theorie Activiteiten begeleiden blz. 229
Opdr. 3
Opdr. 7
Opdr. 8 ( praktijk hebben we al gedaan, nu zelf uitrekenen)