§3.2 Wereldwijde luchtstromen

§3.2wereldwijde luchtstromen 
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

§3.2wereldwijde luchtstromen 

Slide 1 - Diapositive

De zon zendt kortgolvige straling uit, het aardoppervlak langgolvige
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Hoe wordt de atmosfeer verwarmd?
A
Van onderop door kortgolvige straling
B
Van onderop door langgolvige straling
C
Van bovenaf door langgolvige straling
D
Van bovenaf door kortgolvige straling

Slide 3 - Quiz

Met albedo wordt bedoeld
A
de opnamecapaciteit van het aardoppervlak
B
het weerkaatsingsvermogen van het aardoppervlak
C
het saldo van de inkomende en uitgaande straling
D
het verstrekt broeikaseffect

Slide 4 - Quiz

Het albedo van een .... landschap is het grootst
A
gras
B
Bos
C
Woestijn
D
Ijs en sneeuw

Slide 5 - Quiz

Stel: we bedekken de aarde met meer ijs. Welke component van de stralingsbalans verandert dan direct?
A
geabsorbeerde kortgolvige straling
B
gereflecteerde kortgolvige straling
C
latente hitte
D
uitgezonden langgolvige straling

Slide 6 - Quiz

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Algemene details
  • Luchtdruk => het gewicht van de lucht dat op de aarde drukt
  • Meten => barometer
  • Je hebt hoge drukgebieden en lage drukgbieden

Bij de evenaar is de aarde het warmst, dus daar heb je een lage drukgebied!

Slide 10 - Diapositive

Lage en hoge drukgebieden (tekening)
Wind
De stroom die op het aardoppervlak van hoge druk gebied naar het lage druk gebied stroomt voel je als wind.
Neem de tekening over!

Slide 11 - Diapositive

Hoge druk en lage druk

Slide 12 - Diapositive

lage druk
lage druk
60ºNB

lucht van noordpool botst met lucht van 30ºNB

Bij botsen stijgt lucht.
30ºNB hoge druk
30ºZB hoge druk
90ºNB hoge druk
90ºZB hoge druk
Wat kan je zeggen over de hoeveelheid neerslag  op de 60e breedtegraad?
60ºNB lage druk
60ºZB lage druk
60ºZB

lucht van zuidpool botst met lucht van 30ºZB

Bij botsen stijgt lucht.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Atmosferische circulatie of de mondiale windsystemen
ITCZ

Slide 16 - Diapositive

ITCZ 
ITCZ is een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift, waardoor het lagedrukgebied ook wisselt. 

Slide 17 - Diapositive

Lucht circulatie
constante hoge luchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Waar draait de aarde het hardst?
A
bij de evenaar
B
bij de polen

Slide 22 - Quiz

Corioliseffect
NH: rechts
ZH: links

Slide 23 - Diapositive

Atmosferische circulatie
Wet van Buijs Ballot:
  1. lucht stroomt van hoge druk naar lage druk
  2. De wind heeft een afbuiging door het corioliseffect

NH (noordelijk halfrond -> rechts,
ZH  (zuidelijk halfrond) -> links

Slide 24 - Diapositive

Wat is een dan een passaat?

Slide 25 - Diapositive

Passaat
Passaat: wind tussen 30 graden en evenaar. 
Dit is een oostelijke wind die van het subtropisch hogedruk gebied naar de evenaar waait. 


Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Neem over:

Slide 29 - Diapositive

Vul in:
  1. 0/30/60/90 NB/ZB
  2. Hoge en Lage drukgebieden (+/-)
  3. Teken de luchtstromen in, met het coriolis effect

Slide 30 - Diapositive

Wet van Buijs Ballot:
1. H -> L
Goed?


Slide 31 - Diapositive

Pas aan:
Wet van Buijs Ballot:
2. De wind heeft een afwijking met de wind in de rug.
NH: rechts
ZH: links


Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

ICTZ

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Moesson

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Moessons zijn
A
winden die rond de evenaar waaien en elk half jaar van richting veranderen
B
winden die het hele jaar vanuit het noordwesten waaien
C
winden die richting het noorden waaien

Slide 39 - Quiz

Wat is een moesson?
A
Een droge wind vanaf zee in de zomer
B
Een droge wind vanaf zee in de winter
C
Een natte wind vanaf zee in de winter
D
Een natte wind vanaf zee in de zomer

Slide 40 - Quiz

Wat is luchtdruk?
A
De druk van lucht op de aarde
B
De luchtlaag rond de aarde
C
Opstijgende lucht
D
Dalende lucht

Slide 41 - Quiz

Stel; In Nederland is de luchtdruk laag en in Duitsland de luchtdruk hoog. Wat gebeurt er?
A
Niets
B
Er ontstaat wind van Nederland naar Duitsland
C
Er ontstaat wind van Duitsland naar Nederland
D
De wind waait vanuit beide landen richting de evenaar

Slide 42 - Quiz

Wind waait altijd van een laag luchtdruk gebied naar hoog Luchtdruk gebied.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

Wat is de juiste verdeling van de luchtdruk?
A
90NB = H, 60NB =L, 30 NB =L, evenaar =H
B
90NB = H, 60NB =L, 30 NB =H, evenaar =L
C
90NB = L, 60NB =H, 30 NB =L, evenaar =H
D
90NB = L, 60NB =L, 30 NB =H, evenaar =H

Slide 44 - Quiz

De luchtdruk in de buurt van de evenaar is ...
A
Laag
B
Hoog
C
Afwezig
D
Middelmatig

Slide 45 - Quiz

Wat is de luchtdruk bij de polen?
A
Hogedruk
B
Lagedruk

Slide 46 - Quiz

Waardoor wordt het corioliseffect veroorzaakt?
Kies het beste antwoord.
A
de afname van de baansnelheid van de evenaar richting de polen
B
de draaiing van de aarde
C
het magnetisch veld van de aarde
D
op het zuidelijk halfrond naar links, op het noordelijk halfrond naar rechts

Slide 47 - Quiz

Welke
uitspraak over het
corioliseffect is goed?
A
Op noordelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts
B
Op het zuidelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts

Slide 48 - Quiz

Aan de slag
Maak van §3.2 opdrachten 1 t/m 5

Eerder klaar? Begin dan alvast met §3.3

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Vidéo