3.1 Wereldwijde luchtstromen

3.1 Wereldwijde luchtstromen
Luchtdruk

Luchtcirculatie

Buys Ballot

ITCZ

Pasaatwinden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.1 Wereldwijde luchtstromen
Luchtdruk

Luchtcirculatie

Buys Ballot

ITCZ

Pasaatwinden

Slide 1 - Diapositive

Wat is luchtdruk?
  • Luchtdruk => het gewicht van de lucht dat op de aarde drukt
  • Meten => barometer
  • Eenheid => hectopascal (hPa), millibar (Mb)
  • Op de weerkaart te zien => isobaren = alle punten met dezelfde luchtdruk verbonden door een lijn.
  • Je hebt hoge drukgebieden en lage drukgbieden
Weerkaart met isobaren: Hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe harder het waait.

Slide 2 - Diapositive

Hoge druk 
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = H


Welk weertype hoort bij H?
- geen bewolking
- warm in de zomer
- koud in de winter


Slide 3 - Diapositive

Lage druk
Lage druk = stijgende lucht
Symbool op de kaart = L


Welk weertype hoort bij L?
- wolken
- neerslag
- koel in de zomer
- zacht in de winter

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Verdeling Lage- en Hogedrukgebieden over de aarde

Slide 7 - Diapositive

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Slide 8 - Diapositive

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Slide 9 - Diapositive

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Slide 10 - Diapositive

ITCZ 
ITCZ is een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift, waardoor het lagedrukgebied ook wisselt. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Instraling

Slide 13 - Diapositive

ITCZ in juni (zomer op noordelijk halfrond)
ITCZ in december (zomer op zuidelijk halfrond)

Slide 14 - Diapositive

Coriolis effect
Het corioliseffect, genoemd naar de Franse ingenieur Gustave-Gaspard Coriolis, die het in 1835 voor het eerst beschreef, verklaart de afbuiging van de baan van een voorwerp dat beweegt in een roterend systeem.

Slide 15 - Diapositive

Coriolis effect
Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Door de draaiing van de aarde krijgt de windstroom een afwijking. 

Op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links
(gezien vanuit windstroom)

Slide 16 - Diapositive

Coriolis effect
Het Coriolis effect op luchtstromen heet ''De wet van Buys Ballot)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Atmosferische circulatie
Wet van Buijs Ballot:
  1. lucht stroomt van hoge druk naar lage druk
  2. De wind heeft een afbuiging door het corioliseffect
NH noordelijk halfrond -> rechts
ZH  zuidelijk halfrond -> links

Slide 19 - Diapositive

Wat is een dan een passaat?

Slide 20 - Diapositive

Passaat
Passaat: wind tussen 30 graden en evenaar. 
Dit is een oostelijke wind die van het subtropisch hogedruk gebied naar de evenaar waait. 


Slide 21 - Diapositive

Einde Uitleg
Maak 3.1

Slide 22 - Diapositive