W7 L1: Deugdethiek

Welkom
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

  1. Herhaling
  2. Wat is een goed persoon?
  3. Uitleg: Deugdethiek
  4. Aan de slag
  5. Uitleg: Deugden 
Programma

Slide 2 - Diapositive

  1. Beargumenteer met de eerste formulering van het categorisch imperatief wat je volgens Kant zou moeten doen.
  2. Beargumenteer met de tweede formulering van het categorisch imperatief wat je volgens de plichtethiek zou moeten doen.
  3. (bonus) Beargumenteer met de hedonistische calculus wat je volgens een utilist zou moeten doen. 
Herhaling
Je loopt over straat en ziet een dakloze man op straat liggen die duidelijk al dagen niet gegeten heeft. Je hebt zelf niet genoeg geld om hem te helpen, maar je weet wel hoe je de kantine van de school kan binnenkomen om eten te stelen om de man te helpen.

Slide 3 - Diapositive

Ik kan deugdethische ethiek uitleggen, toepassen en bekritiseren.
Dat betekent:
• Ik kan uitleggen wat kenmerkend is voor de deugdethische benadering
• Ik kan uitleggen hoe deugdelijk karakter bij Aristoteles leidt tot het goede leven
• Ik kan deugden benoemen en uitleggen dat ze het midden tussen uitersten vormen
• Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat een deugdelijk persoon is
• Ik kan kritiek geven op de deugdethische benadering
Leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Ethische stromingen
Stroming:
Utilisme
Plichtethiek
Deugdethiek
Wat is belangrijk?
Geluk
De goede wil
Wat moet je wel doen?
Meer geluk voor meer mensen
De goede wil en je verstand volgen
Wat moet je niet doen?
Geluk verkleinen in de wereld
Iets doen wat niet de goede wil volgt
Wat gebruik je om er achter te komen wat je moet doen?
De hedonistische calculus
Het categorisch imperatief

Slide 5 - Diapositive

Vraag: Hoe herken je een goed persoon?
Ik kan uitleggen wat kenmerkend is voor de deugdethische benadering
Voor jezelf:
  • Bedenk een voorbeeld van iemand die je een goed persoon vind.
  • Maak drie zinnen die deze persoon beschrijven.

Voorbeeld: Meneer Elhorst is een goed persoon, want hij is altijd heel eerlijk.
timer
3:00

Slide 6 - Diapositive

Vraag: Hoe herken je een goed persoon?
Ik kan uitleggen wat kenmerkend is voor de deugdethische benadering
Samen met je buur:
  • Bespreek je voorbeeld met je buur.
  • Kies samen drie zinnen die een goed persoon beschrijven

Voorbeeld: Een goed persoon is iemand die eerlijk is.
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Aristoteles

  • Grieks filosoof (384-322 v. Chr.)
  • Leerling van Plato
  • P1: "Mens is een dier dat kan denken."
  • Grondlegger van de deugdethiek
Ik kan uitleggen wat kenmerkend is voor de deugdethische benadering

Slide 8 - Diapositive

Deugdethiek: Ethische stroming, waarbij deugden die ‘het goede leven’ het belangrijkst zijn. Hoofdvraag is: hoe moet ik leven? i.p.v. handelingsgerichte ethiek: wat moet ik doen?
Ik kan uitleggen wat kenmerkend is voor de deugdethische benadering

Slide 9 - Diapositive

Deugdethiek: Ethische stroming, waarbij deugden die ‘het goede leven’ realiseren centraal staan. Hoofdvraag is: hoe moet ik leven? i.p.v. handelingsgerichte ethiek: wat moet ik doen?
Ik kan uitleggen wat kenmerkend is voor de deugdethische benadering
Vraag: wat maakt deugdethiek anders dan utilisme en plichtethiek?

Slide 10 - Diapositive

Lees paragraaf 2.4, 2.4.1 en 2.4.2
 1. Schrijf de betekenis van de volgende begrippen op:
-Eudaimonia
-Deugden
-praktische wijsheid
 2. Leg uit waarom Aristoteles zegt dat een deugdzaam persoon een goede balans moet kunnen vinden tussen de deugden
Aan de slag

Slide 11 - Diapositive

Deugden: Karaktereigenschappen die het midden zijn tussen een tekort en een teveel. Deugden moeten worden getraind.


Ik kan deugden benoemen en uitleggen dat ze het midden tussen uitersten vormen

Voorbeelden van deugden:
Moed, eerlijkheid, rechtvaardigheid, gulheid, behulpzaamheid. 

Slide 12 - Diapositive

Alle deugden zijn het midden tussen te veel en te weinig.
Ik kan deugden benoemen en uitleggen dat ze het midden tussen uitersten vormen

Iemand die niet durft om het water in te springen heeft:

????????
Iemand die het water in springt om een kind te redden heeft:

Moed
Iemand die het water in springt terwijl hij niet kan zwemmen heeft:
?????????

Slide 13 - Diapositive

Alle deugden zijn het midden tussen te veel en te weinig.
Ik kan deugden benoemen en uitleggen dat ze het midden tussen uitersten vormen

Iemand die niet durft om het water in te springen heeft:

Lafheid
Iemand die het water in springt om een kind te redden heeft:

Moed
Iemand die het water in springt terwijl hij niet kan zwemmen heeft:
Overmoed/roekeloosheid

Slide 14 - Diapositive

Alle deugden zijn het midden tussen te veel en te weinig.
Ik kan deugden benoemen en uitleggen dat ze het midden tussen uitersten vormen

Oneerlijkheid
Eerlijkheid
Te eerlijk

Slide 15 - Diapositive

Alle deugden zijn het midden tussen te veel en te weinig.

Om te weten welke deugd past in een situatie moeten we onszelf trainen en praktische wijsheid ontwikkelen.

Als we goed volgens de deugden leven hebben we eudaimonia, een goed leven.
Ik kan deugden benoemen en uitleggen dat ze het midden tussen uitersten vormen

Slide 16 - Diapositive

Kijk naar de beschrijvingen van een goed persoon die je aan het begin van de les hebt gemaakt.
  1. Bedenk voor elke beschrijving welke deugd erbij past. 
  2. Bedenk voor één van de deugden of je er ook een tekort of een te veel van kan hebben en beschrijf die situatie.
  3. (bonus) Probeer een naam te bedenken voor een tekort of teveel van de deugd.
Aan de slag

Slide 17 - Diapositive

Ik kan deugdethische ethiek uitleggen, toepassen en bekritiseren.
Dat betekent:
• Ik kan uitleggen wat kenmerkend is voor de deugdethische benadering
• Ik kan uitleggen hoe deugdelijk karakter bij Aristoteles leidt tot het goede leven
• Ik kan deugden benoemen en uitleggen dat ze het midden tussen uitersten vormen
• Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat een deugdelijk persoon is
• Ik kan kritiek geven op de deugdethische benadering
Leerdoelen

Slide 18 - Diapositive