validiteit, betrouwbaarheid, specificiteit, moeilijkheid, discriminerend vermogen, transparantie, beschikbare tijd en (taal)technische kwaliteit.
Specificiteit: Een toets of opdracht is specifiek als een student pas een goede prestatie kan leveren als hij de vastgestelde leerdoelen heeft bereikt, met andere woorden: als hij de leerstof beheerst.
Discriminerend vermogen: De toetst maakt het verschil zichtbaar tussen studenten die de stof beheersen en studenten die de stof niet beheersen en tussen 'goede' en 'minder goede' studenten.