Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 1 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 4 Collectieve arbeidsovereenkomst
Herhaling paragraaf 8.3
Uitleg paragraaf 8.4
Maken paragraaf 8.4
Slide 1 - Diapositive
Herhaling
Begrippen:
- arbeidsovereenkomst
- rechten en plichten
- vast of tijdelijk werk
- opzegtermijn
- proeftijd
- minimumloon
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een cao is.
Ik kan aangeven welke afspraken worden geregeld in een cao.
Slide 3 - Diapositive
www.rijksoverheid.nl
Slide 4 - Lien
8.4 Collectieve arbeidsovereenkomst
Slide 5 - Diapositive
Arbeidsovereenkomst met CAO
Slide 6 - Diapositive
Arbeidsovereenkomst
In een arbeidsovereenkomst staan afspraken die voor één persoon gelden tussen werkgever en werknemer. Bijvoorbeeld het salaris, de functie en de werktijden.
Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO)
In een CAO staan afspraken die gelden voor iedereen die hetzelfde werk doet. Bijvoorbeeld over salaris, vakantiegeld en toeslagen.
Verschil Arbeidsovereenkomst en CAO
Slide 7 - Diapositive
Een vakbond is een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers (in een bepaalde sector).
Zij onderhandelen namens de werknemers met de werkgevers over de CAO.
Vakbond
Slide 8 - Diapositive
In een cao staan regels over onder andere:
de omschrijving van de functie;
het loon;
extra beloningen;
overwerk en onregelmatige werktijden;
vakantie en verlof;
de arbeidstijden;
scholing en studie.
Inhoud CAO
Slide 9 - Diapositive
De arbeidsvoorwaarden:
• in de CAO moeten voldoen aan de wet;
• in de individuele arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de cao en de wet.
CAO en de wet
Slide 10 - Diapositive
CAO van het ziekenhuispersoneel
Slide 11 - Diapositive
CAO Grolsch
Slide 12 - Diapositive
CAO AH
Slide 13 - Diapositive
Het loon van de meeste werknemers wordt bepaald door:
• de functie van de werknemer;
• de loonschaal die bij deze functie hoort;
• de periodiek of trede die binnen de loonschaal van toepassing is.
Loon
Slide 14 - Diapositive
Hoe hoog loon?
• de functie van de werknemer;
• de loonschaal die bij deze functie hoort;
• de trede die binnen de loonschaal van toepassing is.