Oefenvragen voor de test eigen omgeving

In welke twee provincies in Nederland liggen de meeste grote steden?
A Friesland
B Noord-Brabant
C Noord-Holland
D Zuid-Holland

A
A en C
B
A en B
C
B en D
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

In welke twee provincies in Nederland liggen de meeste grote steden?
A Friesland
B Noord-Brabant
C Noord-Holland
D Zuid-Holland

A
A en C
B
A en B
C
B en D

Slide 1 - Quiz

Bekijk het plaatje.

Welk schaalniveau heeft de
kaart van figuur 2?

Slide 2 - Question ouverte

Een voorbeeld van een voorziening is
A
een basisschool
B
een privézwembad.

Slide 3 - Quiz

Iemand doet twee uitspraken:
I Een vrijstaande woning is een voorbeeld van laagbouw.
II Een rijtjeshuis is een meergezinswoning.

A
I en II zijn beide goed.
B
I en II zijn beide fout.
C
I is goed en II is fout.
D
I is fout en II is goed.

Slide 4 - Quiz


Wat voor soort woningen zie je op de foto?
.




A
hoogbouw
B
eengezinswoning
C
meergezinswoning

Slide 5 - Quiz

Welke beweringen zijn juist?
A Een vrijstaande woning is een voorbeeld van laagbouw.
B Flats met meer lagen op elkaar noem je eengezinswoningen.
C Een koopwoning is het eigendom van de bewoner.
D Soestdijk is een dure wijk om in te wonen met veel huurwoningen.

A
A en B
B
A en C
C
C en B
D
Alleen D

Slide 6 - Quiz

Schrijf de letters van de juiste uitspraken op.

A De Kinkerbuurt is onderdeel van de Amsterdamse historische binnenstad.
B Een bewoner met een migratieachtergrond is iemand van wie een of beide ouders in het buitenland zijn geboren.
C Meerdere culturen in een stad of land vormen een multiculturele samenleving.
D Een huishouden bestaat altijd uit meer dan een persoon die in één huis wonen.

A
B en C
B
A en D
C
B en D
D
A en C

Slide 7 - Quiz

Welk begrip hoort er bij:
Het opknappen van een huis.

Slide 8 - Question ouverte

Als je kijkt naar het aantal mensen dat in een wijk wordt geboren en overlijdt, heb je het over de ...... bevolkingsgroei.
A
sociale bevolkingsgroei
B
Natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 9 - Quiz

Bedenk twee voorzieningen die je wel in een stad hebt, maar niet in een dorp.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het grootste stedelijke gebied van Nederland?

Slide 11 - Question ouverte

Noteer het juiste begrip bij de omschrijving.

Een stad met de daaraan vastgegroeide voorsteden en dorpen.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer het juiste begrip bij de omschrijving.

Het aantal woningen per vierkante kilometer.

Slide 13 - Question ouverte

Goed of fout?

Het gebied rondom Utrecht is steeds meer verstedelijkt.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Goed of fout?

In de steden is de kwaliteit van de voorzieningen lager dan in de dorpen.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Bekijk figuur 11.

Noteer twee dorpen die nu relatief veel groter zijn dan vroeger.

Slide 16 - Question ouverte