Debatopdracht

1 / 11
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Waarom deze opdracht?
  • Spreekvaardigheid wordt eigenlijk te weinig geoefend, terwijl je continu met mensen in gesprek bent.
  • Een discussie of debat ga je nog heel veel tegenkomen in de toekomst. Denk aan je vervolgstudie, misschien in je werk of misschien komen jouw skills later wel van pas in een discussie met je partner over het uitruimen van de vaatwasser. 

Slide 2 - Diapositive

Stellingen
Een stelling moet aan een aantal eisen voldoen:

• Een stelling bestaat uit één zin en is dus kort en krachtig.
• Een stelling is nooit een vraag.
• De stelling moet gaan over iets waar zowel voor- als tegenstanders argumenten voor kunnen bedenken.
• Een stelling moet prikkelend zijn, het moet de leerlingen aanspreken.

Slide 3 - Diapositive

argumenteren 
-> wat ga je vertellen en vooral met welk argument?
presenteren
-> Hoe ga je het vertellen? Hoe kom je over?


Slide 4 - Diapositive

Argumenteren
Er zijn verschillende soorten argumenten die je kunnen helpen om sterk over te komen:
- voorbeelden noemen -> vooral een eigen voorbeeld noemen is populair omdat de tegenstander dat niet in twijfel kan trekken.
- feiten -> zorgt ervoor dat mensen je echt geloven door de cijfers op uitspraken die feitelijk zijn.
- vergelijkingen -> dit zorgt voor verduidelijking 
- stel vragen! Let op! Stel alleen vragen als je bijna zeker weet dat de tegenstander hier geen antwoord op heeft, anders geef je hem/haar gratis credits.
-  kom met oplossingen voor het probleem -> doe dit wel aan het eind van het debat zodat de tegenstander met een mond vol tanden staat
-  gebruik humor. Ook in de Tweede Kamer wordt er gelachen, kijk maar naar het filmpje op de volgende slide. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Presenteren
  • stem -> Laat eens een stilte vallen of verhef juist je stem om indruk te maken.
  • felheid -> zoek een balans tussen snel en gevat zijn en niet te onbeleefd worden. Het is ongepast als je iemand niet laat uitpraten, hier knapt het publiek op af. Heb respect voor de tegenstander.
  • houding -> sta rechtop en stevig. Gebaren kunnen je argumenten versterken, maar ook afleiden.
  • Kijk de tegenstanders aan als je het gesprek voert. Dit ziet er sterk uit en je laat zien dat je diegene ziet en dus respect toont.
  • taalgebruik -> voorkom stopwoorden, maak korte en duidelijke zinnen, zodat je sterk overkomt.
  • Kijk in het volgende filmpje en bedenk hoe Geert Wilders zichzelf presenteert.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Rol voorzitter

  • Lees je in in het onderwerp
  • Leid het debat in, door men welkom te heten en vervolgens het onderwerp aan te snijden  en uiteraard het standpunt/de stelling te benoemen
  • Geef beurten
  • Bewaak de tijd
  • Zorg ervoor dat men niet afwijkt van het onderwerp, grijp anders in
  • Geef beurten en zorg ervoor dat er geen chaos ontstaat en dat er niet door elkaar gepraat wordt
  • Concluderend: neem de leiding!
  • In het volgende filmpje is de voorzitter van de Tweede Kamer te zien; Khadija Arib





Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Opdracht

  • Lees het artikel in de opdracht (Teams).
  • Bespreek het artikel met een groepje van twee/drie.
  • Probeer met goede argumenten te komen! 
  • Gebruik de informatie uit deze les.
  • Schrijf een korte samenvatting van jullie bevindingen.





Slide 11 - Diapositive