wk 47: les 1+2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Dinsdag 16 november - V1a

Vandaag

• 10 minuten stillezen
• Fictie in Op Niveau Blok 1-5, thema
  
• Aan de slag!

• 10 minuten stillezen
• Aan de slag!
  

Fictie in Op Niveau Blok 1-5

• Fictie / non-fictie blz. 15
• Hoofdpersonen, bijfiguren blz. 66
• Genres blz. 67
• Beoordelingswoorden blz. 125-126
• Realistisch / niet realistisch blz. 180-181
• Personages beschrijven blz. 233
• Vertelperspectief blz. 234

Boek:

tinyurl.com/

p4txpwe

Thema

Thema  - Verhalen hebben een thema. Je vindt het thema door je af te vragen: waar gaat het verhaal over? Wat het thema van een verhaal is kun je soms met één woord zeggen, soms ook met een paar woorden of een zin. In veel verhalen kun je meerdere thema’s herkennen. Voorbeelden van thema’s zijn: vriendschap; eenzaamheid; verraad; je eigen weg kiezen gaat niet vanzelf; eerlijk zijn vraagt om moed.

Aan de slag!

Maak de vragen op de volgende slides (5 t/m 22)

wk 47: les 1+2

Geef een korte samenvatting van Wonder. Gebruik 10-15 zinnen.

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen realistisch en niet-realistisch.

a. Kan non-fictie niet-realistisch zijn?
b. Waarom wel/niet?

Noem 3 voorbeelden van een genre.

Wat is het thema van 'De brief voor de koning'?

Wat is het genre van 'De brief voor de koning'?

Wat is het thema van 'Oorlogswinter'?

Wat is het genre van 'Oorlogswinter'?

Wat is het thema van 'Spijt!'?

Wat is het genre van 'Spijt!'?

Welke 4 vertelperspectieven ken je?

Op welke manieren leer je een hoofdpersoon kennen in een verhaal?

Geef 5 voorbeelden van een beoordelingswoord.

Klaar?

Ga dan nu verder met het maken van je Kahoot

(zie volgende slide)

OF ga verder lezen in je leesboek

Aan de slag!

Maak samen met je buur een Kahoot over Wonder

Bedenk in ieder geval een vraag met deze begrippen:

fictie                                             genre        intertekstualiteit

non-fictie                                   de 4 perspectieven

realistisch                                  medespelers/figuranten

niet-realistisch                        personages beschrijven

hoofdpersoon/bijfiguur      beoordelingswoorden

Einde van deze les!