Present Simple, Present Continuous, Present Perfect en Present Perfect Continuous

Present Simple, Present Continuous and 
Present Perfect 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Present Simple, Present Continuous and 
Present Perfect 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je het verschil tussen deze tijden.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer de leerdoelen aan het begin van de les, zodat de studenten weten wat ze zullen leren.
Wat weet je al over de verschillende tijden in de Engelse taal?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Present Simple
De present simple wordt gebruikt voor gewoontes, feiten en algemene waarheden.

The bus leaves at 6 p.m.

Slide 4 - Diapositive

Geef voorbeelden van zinnen in de present simple en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.
Present Continuous
De present continuous wordt gebruikt voor acties die op dit moment plaatsvinden.

I am teaching at the moment.

Slide 5 - Diapositive

Geef voorbeelden van zinnen in de present continuous en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.
Present Perfect
De present perfect wordt gebruikt voor ervaringen uit het verleden die invloed hebben op het heden.

The band has just released a new album.

Slide 6 - Diapositive

Geef voorbeelden van zinnen in de present perfect en vraag de studenten om zelf ook voorbeelden te geven.
Quiz
Laten we nu een quiz spelen om te zien hoe goed je de verschillende tijden begrijpt.

De volgende vragen gaan over de present simple, de present continuous en de present perfect.

Slide 7 - Diapositive

Maak een interactieve quiz waarbij de studenten vragen moeten beantwoorden over het gebruik van de verschillende tijden.
She ___ (work) at the company since 2010.
A
has worked
B
is working
C
worked
D
has been working

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

My sister _____ (read) a book every night.
A
is reading
B
reads
C
reading
D
read

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

They _____ (play) football right now.
A
playing
B
are playing
C
played
D
play

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I _____ (study) English every day.
A
study
B
studying
C
studies
D
studied

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We usually _____ (go) to the gym in the morning.
A
go
B
goes
C
went
D
going

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

She _____ (watch) TV at the moment.
A
watching
B
is watching
C
watch
D
watches

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

He ___ (study) English for 5 years.
A
is studying
B
has studied
C
has been studying
D
studied

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd, moeilijk vind, makkelijk vind.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.