3TL Les 4: Sparen met profijt

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inloop

-Pak je pen, schrift, boek en rekenmachine

Les 4

Sparen met profijt

Lesplanning

Leerdoel: 

Terugblik: Betalen en bankieren                             (5min)       

Voorkennis:  Procenten                                              (5min)

Instructie: Sparen met profijt                                 (10min)

Begeleid inoefenen:  Vraag 8                                  (5min)                                           

Zelfstandig oefenen: Vraag 6, 9 en 11                  (15min)

Huiswerk: Vraag 6, 9 en 11

Evaluatie:                                                                           (5min)

Leerdoelen

1. Ik weet hoe ik rente moet berekenen

2. Ik weet drie redenen waarom mensen willen sparen 

3. Ik kan berekenen hoeveel geld ik op mijn bankrekening heb aan het eind van het jaar met interest

Terugblik

Kijk naar deze betaalrekening

Hoeveel inkomsten had hij in januari?

Had hij eindjanuari een creditsaldo

of een debitsaldo?

Voorkennis

Stel dat je gaat werken en €10.000 hebt gespaard, dat je op een spaarrekening zet. Aan het einde van elk jaar ontvang je 3% rente. Zonder precies te berekenen, hoeveel geld denk je dat je na 30 jaar zult hebben?

Voorkennis

Stel dat je gaat werken en €10.000 hebt gespaard, dat je op een spaarrekening zet. Aan het einde van elk jaar ontvang je 3% rente. Zonder precies te berekenen, hoeveel geld denk je dat je na 30 jaar zult hebben?

10.000 x 1,03^30 = 24.272,63

Voorkennis

Stel dat je gaat werken en €10.000 hebt gespaard, dat je op een spaarrekening zet. Aan het einde van elk jaar ontvang je 3% rente. Zonder precies te berekenen, hoeveel geld denk je dat je na 10 jaar zult hebben?

10.000 x 1,03^10 = 13.439,16

En als je in plaats van 3% rente per jaar je 0,25% rente per maand krijgt?

Zal je meer of minder hebben na 10 jaar?

Voorkennis

Stel dat je gaat werken en €10.000 hebt gespaard, dat je op een spaarrekening zet. Aan het einde van elk jaar ontvang je 3% rente. Zonder precies te berekenen, hoeveel geld denk je dat je na 10 jaar zult hebben?

10.000 x 1,03^10 = 13.439,16

En als je in plaats van 3% rente per jaar je 0,25% rente per maand krijgt?

10.000 x 1,0025 = 13.493,54

Voorkennis

Instructie (1/2)

Instructie (2/2)

Koopkracht = Hoeveel producten je kan kopen

Inflatie = de producten worden duurder

Begeleid inoefenen

Zelfstandig oefenen

Maak nu vraag 6, 9 en 11 op blz 56 van hoofdstuk 2 paragraaf 3

Klaar? Dan mag je een boek lezen of rustig op je laptop 

gamen

Huiswerk

Vraag 6, 9 en 11 op blz 56 van hoofdstuk 2 paragraaf 3

Evaluatie

Wat vonden jullie van de les?

Wat vond ik van de les?

Wat kunnen we anders doen?

Lesafsluiting

Volgende les: Hoofdstuk 2 paragraaf 4 : Risico's van beleggen