Sparen en lenen - 2

Sparen en lenen - 2

  1. Pak de studieplanner op de tafel;
  2. Open mijn mail van vandaag
timer
2:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Sparen en lenen - 2

  1. Pak de studieplanner op de tafel;
  2. Open mijn mail van vandaag
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na afloop van deze les, ken/kan ik...
  1. ... uitleggen wat rente over rente is
  2. ... uitleggen hoe ik de eindwaarde berekenen bij rente over rente

Slide 2 - Diapositive

Nakijken renteberekeningen deel 1
  1. Samen nakijken opdracht 7
  2. De rest zelf nakijken
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Rente over rente (1)
Ik zet € 10.000 op de bank. Rente = 3% per jaar.
Hoeveel rente krijg ik in jaar 1?
  • 10.000 * 0,03 = € 300
  • Als je de rente niet opneemt hoeveel staat er in begin van jaar 2 op de bank?
  • € 10.000 + € 300 = € 10.300 (oftewel 10.000 * 1,03)

Slide 4 - Diapositive

Rente over rente (2)

Als je de rente niet opneemt, staat er over begin jaar 2 € 10.300 op de bank.
  • Hoeveel bedraagt de rente in jaar 2?
  • € 10.300 x 0,03 = € 309
  • Als je de rente niet opneemt, hoeveel staat er begin jaar 3 op de rekening?
  • € 10.300 + € 309 =  € 10.609

Slide 5 - Diapositive

Rente over rente (3)

Dit kan veel sneller......
  • EWn = beginwaarde * (1+p)n
  • EWn= Eindwaarde na een aantal perioden
  • n =  aantal perioden
  • p = rentepercentage : 100

Slide 6 - Diapositive

Rente over rente (4)

EWn = beginwaarde * (1+p)n
  • Dus .. Stel, je zet € 5000 op de bank. Samengestelde rente = 2,5% per jaar. Hoeveel heb ik na jaar 6 op de bank staan? 
  • EW6= € 5000 * (1+ 0,025)6 = € 5798,47

Slide 7 - Diapositive

Rente over rente (5)

EWn = beginwaarde * (1+p)n
  • Dus .. Stel, je zet € 5000 op de bank. Samengestelde rente = 2,5% per jaar. Hoeveel bedraagt de rente in jaar 6?
  • Je moet dus eigenlijk het verschil berekenen tussen EW5 en EW6.
  • (€ 5000 * 1,0256) - (€ 5.000 * 1,0255) = € 141,43

Slide 8 - Diapositive

Contante waarde (1)
Je kunt ook terugrekenen. Welk bedrag moet ik nu op mijn rekening zetten om over een aantal jaar een bepaald bedrag te krijgen?
  • Beginwaarde = contante waarde

Slide 9 - Diapositive

Contante waarde (2)
Carina wil over 18 jaar, als haar zoon 18 wordt, € 15.000 voor zijn studie hebben gespaard.
  • Hoeveel moet Carina nu op een spaarrekening zetten om over 18 jaar € 15.000 bij elkaar gespaard te hebben bij 2,5% samengestelde interest?
  • € 15.000 : 1,025^18 = € 9.617,49

Slide 10 - Diapositive

Oefenen
  • Maken ''Opdrachten renteberekeningen deel 2'' (zie mail)
  • Klaar? Chill..
timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

Wat hebben we geleerd

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen
Na afloop van deze les, ken/kan ik...
  1. ... uitleggen wat rente over rente is
  2. ... uitleggen hoe ik de eindwaarde berekenen bij rente over rente

Slide 13 - Diapositive

Afsluitende vragen
Stel, ik zet € 1.000 op de bank. Rente = 3% per jaar.
  • A) Bereken rente jaar 2 als rente er ieder jaar vanaf wordt gehaald
  • B) Bereken rente jaar 2 als rente er ieder jaar op blijft staan
  • Antwoord A: Rente is elk jaar 3% van € 1.000. Dus € 1.000 x 0,03 = € 30
  • Antwoord  B: Je hebt EW2 en EW1 nodig. Dus (1.000 x 1,032) - (€ 1.000 x 1,03) = € 30,90
  • Verschil van € 0,90 tussen A) en B) komt doordat je bij B) rente over rente krijgt ( € 30 x 0,03 = € 0,90)

Slide 14 - Diapositive

Verschil enkelvoudige (EV) en samengestelde interest (SI)
Stel, ik zet € 2.000 op de bank. Rente = 5% per jaar.
  • A) Bereken rente jaar 2 als rente er ieder jaar vanaf wordt gehaald (EV)
  • Rente is elk jaar 5% van € 2.000. Dus € 2.000 x 0,05 = € 100
  • B) Bereken rente jaar 2 als rente er ieder jaar op blijft staan (SI)
  • Je hebt EW2 en EW1 nodig. Dus (2,000 x 1,052) - (€ 2.000 x 1,05) = € 105
  • Verschil van € 5 tussen A) en B) komt doordat je bij B) rente over rente krijgt ( € 100 x 0,05 = € 5)

Slide 15 - Diapositive