8.1 Je lichaam werkt - Biologie

Welkom uit de 
voorjaarsvakantie?
/ krokusvakantie?
Krokussen
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom uit de 
voorjaarsvakantie?
/ krokusvakantie?
Krokussen

Slide 1 - Diapositive

Heb je de krokussen al gezien?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Maar.......is het al wel voorjaar?
A
Ja, we hebben net voorjaarsvakantie gehad
B
Ja, het was warm afgelopen week
C
Ja, 1 maart begint het voorjaar
D
Nee, 20 maart is het pas voorjaar

Slide 3 - Quiz

Hoe is jullie kennis over voorjaarsbloemen??
Wat zijn dit?
A
Nascissen
B
Sneeuwklokjes
C
Hyacinten
D
Tulpen

Slide 4 - Quiz

Wat zijn dit?
A
Narcissen
B
Hyacinten
C
Tulpen
D
Sneeuwklokjes

Slide 5 - Quiz

Wat zijn dit?
A
Tulpen
B
Blauwe druifjes
C
Hyacint
D
Narcissen

Slide 6 - Quiz

Wat zijn dit?
A
Tulpen
B
Anemonen
C
Narcissen
D
Hyacinten

Slide 7 - Quiz

Lesplan
- Boek openen op blz 77
- Lessonup starten en instructie volgen
- Opdrachten maken in het boek
- PO speeksel nakijken en beoordelen

Slide 8 - Diapositive

8.1 Het werkt
1) Je kunt van orgaanstelsels benoemen welke organen erbij horen en wat de functie is.
2) Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken.
3) Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan.
VWO 4) Je kunt onderdelen van een cel benoemen en beschrijven wat hun functie is.  

Slide 9 - Diapositive

Leg je wijsvinger en middelvinger in je nek
en tel gedurende 20 sec je aantal hartslagen.
Doe dit keer 3 en vul je antwoord hieronder in.
timer
0:20000

Slide 10 - Question ouverte

Waarvoor klopt het hart van de wielrenner in bron 1 veel vaker in een minuut dan jouw hart?

Slide 11 - Question ouverte

Leerdoel 1 
Je kunt van orgaanstelsels benoemen welke organen erbij horen en wat de functie is

Slide 12 - Diapositive

Van cel tot orgaanstelsel
Leer deze omschrijvingen uit je hoofd!!!

Slide 13 - Diapositive

Een groep cellen met de zelfde vorm en functie noemen we...
A
orgaan
B
orgaanstelsel
C
weefsel

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van klein naar groot?
A
orgaan - cel - organisme - orgaanstelsel
B
cel - orgaanstelsel - organisme - orgaan
C
organisme - orgaan - cel - orgaanstelsel
D
cel - orgaan - orgaanstelsel - organisme

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je een groep organen dat met elkaar samenwerkt?
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
weefsel
D
cel

Slide 16 - Quiz

schuif de goede naam naar de goede plaats
Cel
Organsime
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel

Slide 17 - Question de remorquage

Orgaanstelsels
Wanneer organen samen werken aan een grotere taak spreken we van een orgaanstelsel.
Voorbeelden:
  • bloedvatenstelsel
  • ademhalingsstelsel
  • verteringsstelsel
  • uitscheidingsstelsel
  • voortplantingsstelsel
  • spierstelsel
  • beenderstelsel
  • hormoonstelsel
  • zenuwstelsel
  • zintuigstelsel
bloedvatenstelsel

Slide 18 - Diapositive

Orgaanstelsel: een groep samenwerkende organen met samen een functie

Slide 19 - Diapositive







Leerdoel 2
 Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels werken.
.

Slide 20 - Diapositive

Orgaanstelsel

Slide 21 - Diapositive

Bij bewegen werken orgaanstelsels samen

Slide 22 - Diapositive

Welke orgaanstelsel is hier zichtbaar?

Slide 23 - Question ouverte


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 24 - Quiz


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 25 - Quiz

Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Verteringsstelsel
B
Eetstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 26 - Quiz

Welk orgaanstelsel bestuurt ons gedrag?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Scheidingsstelsel

Slide 27 - Quiz

Bij welk orgaanstelsel hoort een darm?
A
verteringstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
beenderstelsel

Slide 28 - Quiz

Welk orgaanstelsel heeft als functies bewegen?

Slide 29 - Question ouverte

welk orgaanstelsel zorgt ervoor dat je eten verteerd wordt?
A
ademhalingssstelsel
B
zenuwstelsel
C
beenderstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 30 - Quiz

Welk orgaanstelsel zie je op de afbeelding?
A
Bloedvatenstelsel
B
Beenderstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 31 - Quiz

Bij welk orgaanstelsel hoort dit orgaan
A
Hormoonstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Zintuigstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 32 - Quiz

Tot welk orgaanstelsel horen deze organen?
A
beenderstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
spierstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 33 - Quiz

Wat is hier het orgaanstelsel?
A
10 botten
B
het skelet
C
het hart
D
de tong

Slide 34 - Quiz

Welk orgaanstelsel zie je in de afbeelding?

Slide 35 - Question ouverte

Leerdoel 3
Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan.

Maar nu eerst even Pauze........
timer
5:00

Slide 36 - Diapositive

Bij bewegen werken orgaanstelsels samen

Slide 37 - Diapositive

Hoe komen spieren aan energie? 
Blz 41, samen lezen:
Als je fietst, hebben je beenspieren veel energie nodig om samen te trekken. Die energie halen de spieren uit energierijke voedingsstoffen, zoals glucose.  Door verbranding van glucose in de spiercellen kort energie vrij om de spiercellen te laten samentrekken. Voor die verbranding van glucose heb je zuurstof nodig. Om je spiercellen van glucose en zuurstof te voorzien, zijn verschillende orgaanstelsels actief.  

Slide 38 - Diapositive

Hoe komen spieren aan energie?
- Via het verteringsstelsel komt glucose in het bloed
- Via het ademhalingsstelsel komt zuurstof in het bloed
-Via het bloedvatenstelsel komen glucose en zuurstof bij de spieren. Tussen de spiercellen ligt een netwerk van bloedvaatjes (bron 4). Zo kan elke spiercel glucose en zuurstof opnemen. 

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Leerdoel 3
Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan.
-->
Om dit te begrijpen hoe verbranding en fotosynthese werkt

Slide 41 - Diapositive

Kringloop van verbranding en fotosynthese

Slide 42 - Diapositive

Kringloop van fotosynthese en verbranding

Slide 43 - Diapositive

Fotosynthese / verbranding
Fotosynthese:
 koolstofdioxiode  +  water +  zon/energie =   glucose en zuurstof

Verbranding van glucose:
Glucose/brandstof  +  zuurstof  =  energie + water en koolstofdioxide

Slide 44 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 45 - Diapositive

bij dit proces komt energie vrij
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 46 - Quiz

Afbraak
-Glword omrgie vrij te maken
-De afbraak gebeurd in de mitochondriën


Mitochondriën zijn celorganellen die voorkomen in zowel plantaardige als dierlijke cellen.
mitochondriën = energiefabriekjes

Slide 47 - Diapositive

Voor fotosynthese is zonlicht nodig?
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quiz

verbranding of fotosynthese?

glucose+zuurstof-> energie+koolstofdioxide+water
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 49 - Quiz

Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 50 - Question de remorquage

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 51 - Question de remorquage

Hoe raken spieren hun afvalstoffen weer kwijt? 

Slide 52 - Diapositive