4.3 + gedragsonderzoek

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

4.3 + gedragsonderzoek

Lesplanning

• Welkom
  
• Huishoudelijke medeling
• Huiswerkcheck
• Terugblik
• Leerdoelen
  
• Uitleg
  
• Aan het werk
  
• Nabespreken
  
• Volgende week?

Huiswerkcheck

Terugblik

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat lichaamstaal of non-verbaal gedrag is.
  
• Je kunt beschrijven wat signalen van dieren of mensen zijn.
  
• Je kunt de prikkels noemen waardoor ouders voor hun jongen zorgen. 

Communicatie

• Gebeurd zowel verbaal als non-verbaal 
• Verbaal: iets duidelijk maken met woorden
• Non-verbaal: iets duidelijk maken zonder te spreken 

Non-verbaal

• Ook wele lichaamstaal genoemd
• Voornamelijk door dieren gebruikt
• Dieren begrijpen elkaars lichaamstaal en reageren hierop

Signaal

• Lichaamstaal wordt door dieren gebruikt om elkaar iets duidelijk te maken
• Vaak is zo'n boodschap bestemd voor andere soortgenoten.
• Zo'n boodschap voor soortgenoten noemen we een signaal.

Bijv. Afbakenen met geurvlaggen

Waardoor verzorgen ouders hun jongen?

Signalen zorgen ervoor dat mensen baby's willen verzorgen

Overdreven signalen

Roepen een sterke reactie op

groot, rond hoofd

grote ogen 

klein neusje 

zacht mollig lijf 

Knuffels....overdreven signalen!

Aan het werk

Wat: Maken:

4.1: 1 t/m 12, 14, 16 t/m 21

4.2: Helemaal behalve opdr 7 en 13

4.3: Helemaal 

Hoe: eerste 5 min zelfstandig en in stilte

Hulp: eerste 5 min zelfstandig. Heb je een vraag schrijf deze op. Na 5 min mag je met je buurman/vrouw overleggen. Komen jullie er beide niet uit dan mag je het aan de docent vragen 

Klaar: Lezen n beginnen aan begrippenlijst

Tijd: 30 min

Gedragsonderzoek

Praktische info

• Je gaat een zelfgekozen dier observeren
• Dit doe je in groepjes van 3 (door de docent gemaakt)
•  Tussentijds leveren jullie opdrachten in ter beoordeling
• 
  

Onderzoek

• Je bedenkt een vraagstelling; wat wil je te weten komen over het dier?
  
• Je gaat op zoek naar informatie over het dier in de theorie.
  
• De theorie gebruik je om je verwachting over het onderzoek te vormen.
  
• Je bedenkt de opzet van het onderzoek; wat moet er in het ethogram komen te staan? Hoe gaat het protocol eruit zien?
  
• En dan voer je natuurlijk het onderzoek uit!
  
• De resultaten van het onderzoek verwerk je in een diagram.
  
• Je sluit af met een conclusie; wat ben je te weten gekomen over het dier?
  

Aan het werk

• Wat: Maken begrippenlijst 4.1 en 4.2
• Hoe: Eerste 10 min alleen en in stilte. Weet je iets niet zoek je dit op in het boek. Na 10 min mag je overleggen
• Hulp: Zie begrippenlijst boek
• Klaar: Afmaken 4.1 en 4.2 in nectar
• Klaar 2: Maken 4.1 en 4.2 samenvatten 

Ethogram en protocol

Ethogram: Lijst van te observeren gedragselementen 

Protocol: Overzicht met al het waargenomen gedrag