werkwoordsvormen vd od en bn

doelen: je leert het onvoltooid deelwoord en het bijvoeglijk gebruikt deelwoord
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • Bijvoeglijk gebruikt deelwoord
  • Gebiedende wijs
  • Engelse werkwoorden
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

doelen: je leert het onvoltooid deelwoord en het bijvoeglijk gebruikt deelwoord
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • Bijvoeglijk gebruikt deelwoord
  • Gebiedende wijs
  • Engelse werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Programma
-lessonup eerst herhaling, 
-nakijken huiswerk voltooid deelwoord blz. 16, 17, 19
-daarna  theorie en oefeningen over twee nieuwe werkwoordsvormen.
-schema aanvullen
-mk. opdrachten

Slide 2 - Diapositive

herhaling
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

Vorige week _______(reizen) ik met de trein naar Hoorn.
A
reisde
B
reisden
C
reiste
D
reisten

Slide 4 - Quiz

Het succes van deze gadget ______(verbazen pvvt) mij.
A
verbaasde
B
verbaasten
C
verbaaste
D
verbaazden

Slide 5 - Quiz

Wie _____(durven pvtt) er niet in de achtbaan?
A
durfd
B
durft
C
durfdt
D
geen idee

Slide 6 - Quiz

Waarom (branden pvtt)
er een lamp?
A
brandt
B
brant
C
brand
D
brande

Slide 7 - Quiz

voltooid deelwoord
- is geen persoonsvorm, maar een ander werkwoord
-het is al gebeurd
-om te bepalen of het een d of t is > TaXiKoFSCHiP

Slide 8 - Diapositive

voorbeelden
De som is gemaakt (K staat in het TaXiKoFSCHiP) maken - en
Het is nu gebeurd (R staat nietin het TaXiKoFSCHiP) > gebeuren - en
Ik heb de vraag beantwoord (D staat niet in het TaXiKoFSCHiP) beantwoorden - en

Slide 9 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord van: puzzelen
A
puzzelend
B
gepuzzeld

Slide 10 - Quiz

voltooid deelwoord
proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 11 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 12 - Quiz

Nakijken huiswerk: (TaXiKoFSCHiP)

Blz. 16
Extra oefening 1
1. geveild         6. bewaard
2. verteld          7. vermoeiend
3. gemaakt      8. klaargemaakt
4. ingemaakt   9. vertrouwd
5. mislukt         10. gezegd

Nakijken huiswerk:

Blz. 17

Extra oefening 2
1. gebleven         6. doorgelopen
2. opgehaald     7. geschrokken
3. genoten           8. gevallen
4. gestruikeld     9. geweten
5. gebotst            10. herkend


Slide 13 - Diapositive

blz. 19
1. wordt/werd – herhaald – wordt/werd – geïntroduceerd
2. meldt/meldde – gebeurd
3. landde – mistte
4. benoemd – bezighoudt/bezighield
5. contracteert/contracteerde wordt/werd – goedgekeurd
6. Vind/Vond – geweigerd
7. Wordt
8. gelooft/geloofde – beloofd
9. verspreidt/verspreidde – functioneert/functioneerde
10. vind – houdt

11. Vermoedt/Vermoedde – wordt/werd
12. bevreemdt/bevreemdde – geannuleerd
13. betoogt – betoogd
14. Beïnvloedt/Beïnvloedde – optreedt/optrad
15. leidt/leidde – lijdt/leed
16. overtuigd
17. oppast/oppaste – ontaardt/ontaardde
18. wandelt/wandelde – roept/riep


Let op: Als de persoonsvorm zowel in de tegenwoordige tijd als verleden tijd kan dan gaat de tegenwoordige tijd altijd voor.



Slide 14 - Diapositive

Instructie onvoltooid deelwoord: 
Vraag: Wie zijn er klaar en wie nog niet?
waaraan zie je dat?
a. Sam en Duco gaan fietsend naar de training.
b. Sabine en Clara zijn naar de training gefietst.
c. Misha en Jari hebben tot 's avonds laat gekletst.
d. Philip en Eva lopen kletsend door de winkelstraat.

Slide 15 - Diapositive

Vraag: Wie zijn er klaar en wie nog niet?
waaraan zie je dat?
a. Sam en Duco gaan fietsend (od)naar de training.
b. Sabine en Clara zijn naar de training gefietst (vd).
c. Misha en Jari hebben tot 's avonds laat gekletst (vd).
d. Philip en Eva lopen kletsend (od )door de winkelstraat.

Slide 16 - Diapositive

Lachend legde de docent de grammatica uit. Wat voor soort werkwoord is 'lachend'?
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord
D
Infinitief

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid
en het onvoltooid deelwoord
van het werkwoord
'knikken'?

Slide 18 - Carte mentale

Wat is het voltooid
en het onvoltooid deelwoord
van het werkwoord
'surfen'?

Slide 19 - Carte mentale

theorie bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
We hebben een afspraak gemaakt (vd) > de gemaakte (bn) afspraak.
We hebben de vraag beantwoord (vd) > de beantwoorde vraag.

Welke regel denk je?

Slide 20 - Diapositive

Wat is het goede bijvoeglijk gebruikt werkwoord?
De.......fiets.
A
verroeste
B
verroesde
C
verroestte

Slide 21 - Quiz

Schema verder bespreken
onvoltooid deelwoord  (od): hele werkwoord + d (bv. lachend)
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bn) :  zo kort en eenvoudig mogelijk ( bv. de fietsende man)

Slide 22 - Diapositive

aan de slag
mk. blz. 21: 1 t/m 7  > onvoltooid deelwoord
mk. blz.  25 (onderste oefening 1 t/m 6) >  bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord 



Slide 23 - Diapositive

vraag?
kuchen - gekucht of gekuchd?
schrobben - geschrobt of geschrobd?

Slide 24 - Diapositive

aantekeningen
regels:
onvoltooid deelwoord: hele werkwoord + d
voltooid deelwoord: 
a. langer maken
b. TaXiKoFSCHiP

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag + huiswerk
H4 voltooid en onvoltooid deelwoord digitaal.
H5 Bekijk het filmpje over het deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 27 - Diapositive

Evaluatie
doelen:
- Jij kunt het voltooid deelwoord goed spellen.
- Je kunt het onvoltooid deelwoord goed spellen.

Slide 28 - Diapositive