4H 2.1 lading

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 2 Elektriciteit

Maandag 8 november

4 havo

Wat gaan we doen vandaag:

- 1ste uur: Paragraaf 2.1 Lading

- 7e uur: Toets bespreken

Lesdoelen

- Vrije elektronen

- Ladingen en elektrische kracht

- Geleiders en isolatoren

Verwachtingen

Altijd meenemen naar de les:

- Pen en potlood

- Schrift

- Rekenmachine

Elektronen

- Wat?

- Welke lading?

- Hoe groot is de lading?

Atoommodel

- Elektrisch neutraal geladen

- Lading kern

Ionen

- Elektrisch geladen atoom 

- Positief of negatief

Tekort elektronen = .......

Overschot elektronen = ........

- Ontstaat door een vrije elektron

Vrij elektron

- Elektron uit de buitenste schil van atoom

- Metaalrooster

Geleider

- Veel vrije elektronen

- Laat elektrische stroom door 

- Alle metalen

Isolator

- Lading kan zich NIET verplaatsen

- Buitenste elektronen kunnen NIET overstappen 

- Elektronen krachtig verbonden aan atoom

of atomen zitten te ver van elkaar af

Grootheid lading

- Lading Q

- Coulomb (C)

- 

- Binas tabel 7A

- Gelijknamige ladingen stoten elkaar af, ongelijknamige ladingen trekken elkaar aan

e=−1,60⋅10​−19​​C

Paragraaf 2

- I = stroomsterkte in Coulomb per seconde = Ampère

- Q = lading die passeert in Coulomb (altijd positief)

- t = tijdsduur waarin die lading passeert in seconde

I=​t​​Q​​

Voorbeeld

Tijdens een onweersbui slaat de bliksem in op een bliksemafleider. Daardoor loopt er gedurende 0,035 s een lading van 6,0 kC door de bliksemafleider. 

Bereken de stroomsterkte in de bliksemafleider.

Uitwerking

t = ....

Q = ....

Voorbeeld

Door een lampje loopt een stroom van 120 micro Ampère. Bereken het aantal elektronen dat per minuut het lampje passeert. Tip: bereken eerst de lading die er in die tijd passeert