H3 herhalen rekensommen

Wat gaan we doen?
Huiswerk: leren begrippen van H3 -> herhalen 

Herhalen H3 rekenen -> leerdoelen + opdrachten Lesson Up

Extra -> Rekentrainer  (differentiëren) 


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Huiswerk: leren begrippen van H3 -> herhalen 

Herhalen H3 rekenen -> leerdoelen + opdrachten Lesson Up

Extra -> Rekentrainer  (differentiëren) 


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H3 Herhalen rekensommen
Kader 4 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen rekenen H3
1. Je kunt de jaarlijkse afschrijving berekenen. 
2. Je kunt de kostprijs per product berekenen. 
3. Je kunt de verkoopprijs berekenen. 
4. Je kunt de consumentenprijs berekenen. 
5. Je kunt de brutowinst berekenen. 
6. Je kunt de nettowinst berekenen.
7. Je kunt de arbeidsproductiviteit berekenen. 
8. Je kunt het marktaandeel van een bedrijf uitrekenen. 


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is een bedrijfsauto gekocht voor €30.000 en na 5 jaar is deze economisch niks waard. Bereken de afschrijvingskosten per maand . Schrijf de berekening op met het antwoord.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je maakt en verkoopt patat. Vandaag heb je 350 zakken patat verkocht. Het koste je €280,00 om al deze zakken patat te maken. Wat is de kostprijs per product?
Letop schrijf de hele berekening op.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De inkoopprijs van een fiets is €110. De brutowinst is 30% van de verkoopprijs. Bereken de verkoopprijs?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


De verkoopprijs van een broek is: € 16,50.
De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de brutowinst?

Brutowinst = ...
A
Inkoopwaarde - Omzet
B
Omzet - Bedrijfskosten
C
Omzet + Winst
D
Omzet - Inkoopwaarde

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor brutowinstmarge of brutowinst
A
Verkoop
B
Brutowinstopslag
C
Omzet
D
Afzet

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de nettowinst

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de arbeidsproductiviteit?
A
de totale productie
B
de productie per werknemer

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In een autofabriek werken 45 mensen. Per maand worden er 3600 auto's gemaakt. Wat is de arbeidsproductiviteit per medewerker per jaar? Laat je berekening zien.

Slide 12 - Question ouverte

3600 x 12 = 43200/45=960 
Gemiddelde Arbeidsproductiviteit per werknemer per jaar= 960 auto's
Bekijk het cirkeldiagram.
In een maand werden 1.850.000 spelcomputers
verkocht, waarvan 906.500 keer de PlayStation.

Bereken het marktaandeel van PlayStation

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken hoeveel keer de Nintendo verkocht
werd.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Keuze opdracht
Rekentrainer blz.  96 en 97
Wat vind je moeilijk? 
Maak de opdrachten die daarover gaan.
Klaar? Nakijken. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions