week 4.1, 90 min. de en het woorden, hfdst. 10 flitskaartjes, online werk. dubbele betekenissen in online werk woordraadstrategieen
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Marin gaat naar ... afspraak toe.
A
de
B
het
Slide 5 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
Ralf eet ... hamburger op.
Ralf eet ... hamburger op.
A
de
B
het
Slide 6 - Quiz
Froukje heeft ... bureau opgeruimd.
A
de
B
het
Slide 7 - Quiz
David heeft ... bestelling ingepakt.
A
de
B
het
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Ik weet waar ik op moet letten bij "de" en "het" woorden.
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quiz
Ik ken meer schooltaalwoorden.
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Ik kan met behulp van het woordenboek woorden opzoeken en deze woorden in zinnen gebruiken.
A
ja
B
nee
