Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Diapositive

Today

  •  Comparisons (trappen van vergelijking)
  •  Work in alright
  • Blooket vocabulary 

Slide 2 - Diapositive

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Slide 3 - Diapositive

Let op woorden die eindigen op een Y!

Slide 4 - Diapositive

Vergrotende trap:
-ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is fatter than Peter.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
-EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Frank is the fattest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 5 - Diapositive

Maar bij langere woorden...

Slide 6 - Diapositive

Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

He is more intelligent than I am.

Jasmin is the most beautiful baby I know.


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Let op!
Woorden van 2 lettergrepen die eindigen op een -y krijgen wel -es / -est

Lucky - Luckier - Luckiest
Easy - Easier - Easiest

Slide 9 - Diapositive

Let op!
goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst



Slide 10 - Diapositive

Writing 2.5 
Do: 
  • Opdracht 5,6, 7, 8  exercises
  • Opdracht 1-3 moet af ook. 
Study:
  • Words  + Expressions (Unit 2)
  • Grammar verleden: Past simple. 
  • Bezit 's of ' 
  • afkortingen
  • Trappen van vergelijkingen ( ...er than, more...than) 



Slide 11 - Diapositive

Writing 2.5 
Do: 
  • Opdracht 5, 6  exercises
  • Opdracht 1-3 moet af ook. 
Study:
  • Words  + Expressions (Unit 2)
  • Grammar verleden: Past simple. 
  • Bezit 's of ' 
  • afkortingen
  • Trappen van vergelijkingen ( ...er than, more...than) 



Slide 12 - Diapositive

Do you have questions? 
timer
15:00

Slide 13 - Diapositive