Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
oefenen spelling engelse ww H 5
Welke Engelse werkwoorden gebruik je wel eens?
1 / 32
suivant
Slide 1:
Question ouverte
Nederlands
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welke Engelse werkwoorden gebruik je wel eens?
Slide 1 - Question ouverte
Welke werkwoordspellingsregels gebruik je bij Engelse werkwoorden?
A
De 'normale' Nederlandse
B
De Engelse
Slide 2 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 3 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 4 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 5 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: racen
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 6 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 7 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: e-mailen
A
emailde
B
emaildde
C
e-mailde
D
e-maildde
Slide 8 - Quiz
Ik snap hoe je de Engelse werkwoorden schrijft
A
Ja, ik kan zelfstandig aan het werk
B
Ja, maar ik wil nog wat extra instructie
C
Nee, ik snap er nog niet veel van.
Slide 9 - Quiz
Schrijf op de juiste manier:
psiegies
Slide 10 - Question ouverte
Wat is de juiste spelling?
A
idillisch
B
iddilisch
C
idyllisch
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
dislektisch
B
dyslectisch
C
dislecties
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
pyjama
B
piejama
C
pijama
D
pyjaama
Slide 13 - Quiz
Schrijf op de juiste manier:
finiel
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf op de juiste manier:
akkriel
Slide 15 - Question ouverte
Schrijf oude juiste manier:
jup
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf op de juiste manier:
giennekoloog
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf op de juiste manier:
lieries
Slide 18 - Question ouverte
wel of geen koppelteken
A
auto onderdelen
B
auto-onderdelen
Slide 19 - Quiz
Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden
Slide 20 - Quiz
Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk
Slide 21 - Quiz
Welk woordteken gebruik je in een afleiding als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken
Slide 22 - Quiz
Welk woordteken gebruik je in een samenstelling als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken
Slide 23 - Quiz
Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
14 jarigen
B
14-jarigen
Slide 24 - Quiz
Welke samenstelling moet je met een koppelteken schrijven?
A
leerling timmerman
B
stop teken
C
fiets bel
D
honden riem
Slide 25 - Quiz
Waarom heeft het woord
een koppelteken?
domino-effect
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken
Slide 26 - Quiz
Waarom heeft het woord
een koppelteken?
Etten-Leur
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken
Slide 27 - Quiz
Waarom heeft het woord
een koppelteken?
elite-eenheid
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken
Slide 28 - Quiz
Wanneer plaats je een weglatingsstreepje?
Slide 29 - Question ouverte
Gebruik het weglatingsstreepje.
huisverkoop en huisverhuur
Slide 30 - Question ouverte
Gebruik het weglatingsstreepje.
geurloos en kleurloos
Slide 31 - Question ouverte
Noem een woordgroep waarbij je het weglatingsstreepje toepast
Slide 32 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
5.9 Spelling
Mai 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling vwo2 5.5 les 1
Avril 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling vwo2 5.5 les 2
Septembre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling vwo1 5.5 les 2
Avril 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
herhaling spelling H1-H5
Octobre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling klas 8J les 3, 4 en 5 deel 3
Novembre 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling vwo2 5.5 les 1
Avril 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
5.9 Spelling - weglatingsstreepje en koppelteken
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2