HC 2.2 Koude Oorlog in de jaren 40, 50 en 60

HC 2.2 Twee Duitslanden 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

HC 2.2 Twee Duitslanden 

Slide 1 - Diapositive

Programma 
  1. Terugblik (5 min.)
  2. Opdracht bespreken (10 min.)
  3. Uitleg (15 min.) 
  4. Examenvragen maken (20 min.)
  5. Bespreken vragen (15 min.) 
  6. Syllabus doornemen (10 min.) 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven in welke opzichten de Sovjetbezettingszone van Duitsland anders werd behandeld dan de andere bezettingszone.
  2. Je kunt uitleggen dat de BRD en de DDR economisch en politiek meer van elkaar gingen verschillen en wat daarvan de oorzaken waren. 
  3. Je kunt uitleggen wat de blokkade van Berlijn inhield en wat de gevolgen waren voor de relatie tussen de machtsblokken
  4. Je kunt uitleggen waarom de DDR een totalitaire dictatuur werd 
  5. Je kunt uitleggen waarom de Berlijnse Muur gebouwd werd.

KA's: 
40. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
46. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 3 - Diapositive

Wat is het begrip??  
  1.  Conferentie Postdam (8p)
  2. Lebensraum (6p)
  3. Deportatie (4p)
  4. SU en Polen (2p)
  • Heimatvertriebenen: 12 miljoen Duitsers die werden verjaagd uit oude delen Duitsland en Oost-Europa

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
  1. Ga naar Teams en open de opdracht 'overzichtsschema Koude Oorlog opdracht' 
  2. Kijk in tweetallen naar de gebeurtenissen onder de tabel. 
  3. Zoek het juiste jaartal bij de gebeurtenissen.
  4. Plaats de gebeurtenissen op chronologische volgorde in de tabel, maar ook bij het juiste kopje: Wereld of Duitsland 

Slide 5 - Diapositive

Koude oorlog: jaren 40
Situatie internationaal: 
  • SU: Stalin aan de macht: Laat spanning toenemen door toenemende invloed op Satellietstaten en bouwen atoombom
  • Amerika: Truman leider: Spanning neemt toe door atoombom, Trumandoctrine en Marshalhulp

Situatie Duitsland: 
  • Van vier invloedszones naar twee invloedszones (VS en SU)
  • Invloedzones worden kapitalistisch/democratisch (west) en communistisch/totalitair (Oost)
  • Steeds meer spanning tussen invloedzones: Door toestaan eigen munt in Westelijke zone, sluit SU Berlijn af. Mislukt door luchtbrug, maar spanning neemt toe. 
  • 1949: Ontstaan twee staten in Duitsland: BRD (West) en DDR (Oost): Beide staten erkennen elkaar niet. BRD is economisch succesvol (Wirtschaftswunder) en DDR wordt uitgebuit en onderdrukt door Stasi 
  • Eerste leiders: BRD: Adenauer. DDR: Ulbricht 

Slide 6 - Diapositive

Koude oorlog: jaren 50
Situatie Internationaal: 
  • Eerste grote indirecte oorlog: Korea-oorlog 
  • SU: Stalin overlijdt (1953), Krushev nieuwe leider. Destalinisatie in het binnenland (minder fel), maar staat nog steeds niet veel toe (Hongaarse opstand). Wil betere relaties met VS, maar spanning neemt juist toe: Veel indirect oorlogen (Korea, Vietnam) en andere spanningen (Berlijnse Muur, Warshawpact)
  • VS: Houdt vast aan Trumandoctrine (Vietnamoorlog): Laat spanningen niet afnemen. 



Situatie Duitsland: 
  • Spanning neemt toe: BRD treedt toe tot de NAVO (1955). Als reactie Warshawpact opgericht en DDR wordt hier onderdeel van (1955). 
  • BRD richt zich op betere relaties met West-Europa (Westpolitik): Treden toe tot EGKS en later EG 
  • SU en DDR woedend over vele vluchtelingen naar West-Berlijn: Bouw Berlijnse muur (1961). 

Slide 7 - Diapositive

Koude oorlog: jaren 60 
Situatie Internationaal: 
  • Spanningen bereiken hoogtepunt met Berlijnse muur (1961) en daarna Cubacrisis (1962). Kernoorlog maar net voorkomen 
  • SU: Krushev vervangen door Breznev (1964): In het binnenland accepteert hij weinig (Breznevdoctrine). Bijv. Praagse lente (1968) hard neergeslagen. Beseft naar de Cubacrisis dat spanningen met VS te hoog zijn. Wil ontspanning: Detente  
  • VS: Houdt vast aan Trumandoctrine, maar wil spanning ook laten afnemen: Detente. Eerste ontmoetingen tussen leider SU en VS. 

Situatie Duitsland: 
  • Na bouw Berlijnse muur is Detente goed terug te zien in Duitsland:
  1. Nieuwe leider BRD, Willy Brandt, zet in op Ostpolitik: Betere relaties met Oost-Europa.
  2. Bezoeken DDR naar BRD en andersom weer meer mogelijk 
  3. 1972: DDR en BRD erkennen elkaar als land: Spanning minder, maar hereniging verder weg dan ooit. 

Slide 8 - Diapositive

Detente
Breznev Doctrine 
Stalin dood
Westpolitik 
Warschau
pact
Berlijnse Muur
Blokkade van Berlijn 
Jalta 
Jaren 40
Heimatvertriebenen
Marshalplan
Kruchev 
Wirtschafts
wunder
Hongaarse Opstand
Truman
doctrine 
Jaren 50
Jaren 60

Slide 9 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Bouw Berlijnse Muur
Conferentie van Postdam
Blokkade van Berlijn 
Oprichting NAVO
Detente 
Oprichting Warschaupact 
Kruchev aan de macht 
Trumandoctrine 
Cubacrisis
Hongaarse Opstand

Slide 10 - Question de remorquage

Opdracht (20 min.)
Voor je liggen twee examenvragen. Maak deze vragen zo goed mogelijk op papier. 

Klaar? Lees HC 2.3 

Slide 11 - Diapositive

Vraag (4p)
Een interpretatie
Met deze prent geeft de tekenaar kritiek weer op het beleid van de
DDR-regering in 1953.
 Ondersteun deze interpretatie door uit te leggen, telkens met een
verschillende verwijzing naar de prent:
 welke kritiek de tekenaar in deze prent weergeeft op het beleid van de
DDR-regering in 1953 en
 welke kritiek de tekenaar weergeeft op de politieke verhoudingen
binnen het Oostblok. 

Slide 12 - Diapositive

Antwoord (4p)
Voorbeeld van een juist antwoord is
• De tekenaar geeft de kritiek weer dat door het beleid van de DDR-regering goederen worden geweigerd die de bevolking nodig
heeft / niet wordt gezorgd voor de bevolking / de bevolking onderdrukt wordt 1
• door af te beelden dat (een van de volgende): 1
 de inwoners van Oost-Duitsland armoedig/hongerig toekijken terwijl de leiders de goederen afslaan.
 de inwoners van Oost-Duitsland de Amerikaanse goederen niet kunnen bereiken.
 de inwoners armoedig/hongerig achter een hek gevangen zitten terwijl de leiders er welvarend uitzien.
• De tekenaar geeft de kritiek weer dat de DDR-leiding niet zelfstandig kan beslissen / dat de Sovjet-Unie de DDR in haar machtsgreep houdt (en dwingt de steun te weigeren) 1
• door af te beelden dat Grotewohl (een van de volgende): 1
 schuin achter Molotov staat.  hetzelfde gebaar maakt als Molotov.  kleiner is dan Molotov.
Opmerking
Alleen als een juist voorbeeld van de kritiek (bij de eerste deelvraag) op het beleid en (bij de tweede deelvraag) op de politieke verhoudingen wordt weergegeven, wordt telkens 1 scorepunt toegekend aan een passende verwijzing naar de prent. 

Slide 13 - Diapositive

Vraag 2
Vanaf 1968 liet de regering van de BRD onderzoek doen naar de mening
van DDR-burgers over politieke en economische kwesties. Hiervoor
werden West-Duitse burgers die de DDR hadden bezocht ondervraagd
over hun gesprekken met burgers van de DDR.
3p 22 Licht deze werkwijze toe door:
 te verklaren dat de detente dit onderzoek vergemakkelijkte en
 aan te geven dat de regering van de BRD met dit onderzoek de
Ostpolitik wilde ondersteunen en
 een politieke reden te geven dat de regering van de DDR zelf geen
openbaar onderzoek naar de mening van haar burgers liet uitvoeren. 

Slide 14 - Diapositive

Vanaf 1968 liet de regering van de BRD onderzoek doen naar de mening
van DDR-burgers over politieke en economische kwesties. Hiervoor werden West-Duitse burgers die de DDR hadden bezocht ondervraagd over hun gesprekken met burgers van de DDR. Licht deze werkwijze toe door:  te verklaren dat de detente dit onderzoek vergemakkelijkte en
 aan te geven dat de regering van de BRD met dit onderzoek de Ostpolitik wilde ondersteunen en
 een politieke reden te geven dat de regering van de DDR zelf geen
openbaar onderzoek naar de mening van haar burgers liet uitvoeren.

Slide 15 - Question ouverte


Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive