klas 3h hoofdstuk 4 les 2 (paragraaf 4.1)
1 / 19
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Je wilt een kopje thee zetten. Hoeveel energie kost het om 200 gram water op te warmen van 15 C tot 100 *C? De soortelijke warmte van water is 4,2 J/g *C.
Q = c * m * ΔT
Q = c * m * ΔT
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel gram melk (c = 3,9 J/g*C) kan ik opwarmen van 5 *C tot 80 *C met een hoeveelheid energie van 40 000 J?
Q = c * m * ΔT
Q = c * m * ΔT
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hoe lang duurt het om 1000 g water van 20 *C met een waterkoker van 1200 W aan de kook (100 *C) te brengen? De soortelijke warmte van water is 4,2 J/g*C.
E = P * t en Q = c * m * ΔT
E = P * t en Q = c * m * ΔT
