klas 3v hoofdstuk 3 paragraaf 3.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3

Paragraaf 3.2

Leerdoelen

Je kunt uitleggen dat bij energieomzettingen de kwantiteit (hoeveelheid energie) niet verandert, maar de kwaliteit (bruikbaarheid) wel.

Je kunt energieomzettingen weergeven in een energiestroomdiagram, rekening houdend met de wet van behoud van energie.

Je kunt uitleggen dat er toevoer van warmte nodig is om de temperatuur van een stof te laten stijgen.

Je kunt berekenen hoeveel energie er nodig is om een stof in temperatuur te laten stijgen door de soortelijke warmte te gebruiken.

Formules en afkortingen tot nu toe

                      h = hoogte (m)

g = gravitatiecontstante = 9,8 N/kg

U = spanning (V)                           I = stroomsterkte (A)

E=P⋅t

P=U⋅I

E​z​​=m⋅g⋅h

Je wilt een kopje thee zetten. Hoeveel energie kost het om 200 gram water op te warmen van 15 C tot 100 *C? De soortelijke warmte van water is 4,2 J/g *C.
Q = c * m * ΔT

Hoeveel gram melk (c = 3,9 J/g*C) kan ik opwarmen van 5 *C tot 80 *C met een hoeveelheid energie van 40 000 J?
Q = c * m * ΔT

Hoe lang duurt het om 1000 g water van 20 *C met een waterkoker van 1200 W aan de kook (100 *C) te brengen? De soortelijke warmte van water is 4,2 J/g*C.
E = P * t en Q = c * m * ΔT

Huiswerk

Paragraaf 3.2 opgave 1 t/m 9