incongruentie en foute inversie

Inversie en incongruentie
derde klassen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Inversie en incongruentie
derde klassen

Slide 1 - Diapositive

doel (in)congruentie en inversie
Doel: Je leert over congruentie en inversie.  
Je kan congruentie en inversie herkennen.

Congruentie = overeenkomst tussen de persoonsvorm (persoon en getal) en het onderwerp in de zin. 
Inversie = als het onderwerp achter de persoonsvorm staat: een andere zinsvolgorde dan het "normale" onderwerp vóór de persoonsvorm. 

Slide 2 - Diapositive

Incongruentie
Als het getal (enkelvoud of meervoud) van het onderwerp en dat van de persoonsvorm niet overeenkomen, is er sprake van incongruentie. Incongruentie is dus altijd fout

Incongruentie kan de volgende oorzaken hebben:

Slide 3 - Diapositive

oorzaken incongruentie
  • Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud. bv. een aantal, een deel, minder dan de helft
  • De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar door andere zinsdelen die er tussen staan
  • Het meewerkend voorwerp wordt aangezien als onderwerp. bv.  (aan) De omstanders werd verzocht een stapje terug te doen

Slide 4 - Diapositive

incongruentie
VOORBEELDEN: 
onjuist: De media schrijft bijzonder negatief over deze fabriek.
juist:       De media schrijven bijzonder negatief over deze fabriek.

onjuist: Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen hebben een                 deeltijdbaan.
juist:      Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft een deeltijdbaan. 


Slide 5 - Diapositive

Incongruentie
Risicovolle voorbeelden:
  • *Een aantal leerlingen waren het er niet mee eens.
  • *De V.S. heeft besloten te stoppen met… 
  • *De media wordt helaas overal buiten gehouden. 
  • *Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en licht de komende jaren bij de meeste huishoudens flink zullen toenemen. 

Slide 6 - Diapositive

Incongruentie
Risicovolle voorbeelden:
  • Een aantal leerlingen was het er niet mee eens.
  • De V.S. hebben besloten te stoppen met… 
  • De media worden helaas overal buiten gehouden. 
  • Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en licht de komende jaren bij de meeste huishoudens flink zal toenemen. 

Slide 7 - Diapositive

inversie
Wat valt op?
Die hockeyer zal niet in het Nederlands elftal spelen.
Zal die hockeyer niet in het Nederlands elftal spelen?
In het Nederlands elftal zal die hockeyer niet spelen.

Tip: kijk naar de plaatsing van de zinsdelen
Zin 1: onderwerp voor de persoonsvorm
Zin 2 en 3: onderwerp na de persoonsvorm = inversie

Slide 8 - Diapositive

Onjuiste inversie
Standaardvolgorde of inversievolgorde?

Inversie (pv voor ow) mag alleen als:
- De zin begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp.
- De zin een vraagzin is.
- De zin begint met een bijzin.

Slide 9 - Diapositive

Foutieve inversie
Inversie = het plaatsen van het onderwerp na de persoonsvorm

Wat is dan foute inversie?
Het regende de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen. 
Het regende de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo