W15 ? 3M tekenen kleur

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare school

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

TONAAL: meerdere tinten van eenzelfde kleur (in dit geval groen).
Monochroom: bestaande uit 1 en dezelfde kleur

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive


Welke vier complementaire kleuren zien we hier?
A
Rood en Groen & Oranje en blauw
B
Geel en paars & Rood en blauw
C
Rood en Blauw & Oranje en groen
D
Dit ligt aan je gevoelswaarde.

Slide 7 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Slide 8 - Diapositive

Welke kleuren vormen hier een complementair contrast in de afbeelding
A
blauw en oranje
B
geel en blauw
C
groen en oranje
D
licht en donker

Slide 9 - Quiz

Wat is het effect van een
complementair kleurcontrast?
Formuleer een volledige zin met hoofdletter en punt.

Slide 10 - Question ouverte

Egon Schiele
Oud beeld van de apotheek (pillenslikker)

Slide 11 - Diapositive


Expressie betekent: je gevoel uiten. 
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VOORSTELLING? 
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de open mond.
B
Door de opgetrokken wenkbrauwen en de open mond.
C
Door de gezichtsuitdrukking.
D
Doordat ze geen armen hebben.

Slide 12 - Quiz


Expressie betekent: je gevoel uiten. 
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VORMGEVING? 
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de asymmetrische vorm (Schiele).
B
Door de boze blik en de complementaire kleuren.
C
Door de gele huidskleur en de gezichtsuitdrukking.
D
Door de felle kleur(en) en de grillige (oranje) geschilderde lijnen op de kleding.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Les 3:
Vorige les (les 13) heb je geleerd over 
het vormgevingsaspect 
COMPOSITIE.

CHECK-UP:

Slide 15 - Diapositive

COMPOSITIE= vlakverdeling
De manier waarop alles is geordend (neergezet)
in een kunstwerk

"alles" wordt ook wel de "beeldelementen" genoemd. 
Daarmee worden de "dingen" die je tekent bedoeld.

Slide 16 - Diapositive