Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
1 Instructiefilmpje
- Omrekenen oppervlaktematen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
TRAINING 4
LEERDOELEN
Ik weet dat ik bij de oppervlakte de “vierkante…” eenheid moet gebruiken.
Ik weet wanneer ik moet delen door of keer 100 moet doen als ik gebruik maak van het trappetje.
Ik kan oppervlaktematen omrekenen.
Ik kan rekenen met eenheden van oppervlakte in verhaaltjessommen.
Slide 3 - Diapositive
OPPERVLAKTE
GROOTHEID: oppervlakte
VOORBEELD EENHEID: m²
2 dimensies
Slide 4 - Diapositive
Oefening 1
Schrijf op het trappetje
de eenheden van oppervlakte op.
Bovenaan de grootste maat en onderaan de kleinste maat.
Schrijf bij elke tree op wat er gebeurt.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Voorbeelden uit de praktijk (referentiematen).
Slide 7 - Diapositive
Bereken en vul in. 9,58 ha + 47 000 dm² + 260 ca = ... m²
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Vul in. 9,58 ha + 47000 dm² = ... m²
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Bereken en vul in. 520 000 cm² + 67 are + 0,92 ha = ... m²
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
In Noord-Nederland zijn er 8745 melkveebedrijven. Deze bedrijven gebruiken met elkaar 3220 km² grasland. Bereken hoeveel hectare grasland heeft één melkveebedrijf ongeveer. Rond af op een geheel getal. Eén melkveebedrijf heeft ongeveer ... ha grasland.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Een nieuwe woonwijk wordt gebouwd op een stuk grond van 32,8 ha. Voor elke woning is 350 m² grond beschikbaar. Bereken hoeveel woningen in deze wijk gebouwd kunnen worden. Rond af op een geheel getal. Vul in: In deze wijk kunnen ....... woningen gebouwd worden.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
OEFENWEDSTRIJDJE
7 tegenstanders
Training 4
Slide 18 - Diapositive
Bereken en vul in. 345 are + 7100 m² + 0,31 km² = ... ha
Slide 19 - Question ouverte
345 are = 34 : 100 = 3,45 ha
7100 m² : 100 : 100 = 0,71 ha
0,31 x 100 = 31 ha
3,45 + 0,71 + 31 = 35,16 ha
Slide 20 - Diapositive
Een gemeente stelt 0,63 ha beschikbaar voor de aanleg van volkstuintjes. De oppervlakte per volkstuin is 140 m². Bereken hoeveel volkstuintjes er in totaal aangelegd kunnen worden. Vul in: In totaal kunnen er ... volkstuintjes aangelegd worden.
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Bereken en vul in. 25 cm + 3,84 m + 170 mm = ... dm
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Het eiland Texel heeft een eigen vliegveld, Texel International Airport. Het vliegveld heeft twee grasbanen. De langste baan is 1115 m en de kortste 630 m. Bereken de lengte van de langste baan in kilometers. Typ getal spatie eenheid.
Slide 25 - Question ouverte
1115 m = 1115 : 10 : 10 : 10 = 1,115
Slide 26 - Diapositive
Bereken de omtrek in meters.
Typ: getal spatie eenheid
2 dam
40 m
Slide 27 - Question ouverte
2 dam = 2 x 10 = 20 m
20 + 20 + 40 + 40 = 120 m
Slide 28 - Diapositive
Bereken de omtrek in meters.
Typ: getal spatie eenheid
Slide 29 - Question ouverte
Rolf loopt 500 dam en 600 m om de vijver. Hij loopt 4 rondjes. Bereken hoeveel kilometer één rondje is. Rond af op één decimaal. Typ: getal spatie eenheid
Slide 30 - Question ouverte
500 dam = 5 km
600 m = 0,6 km
5 + 0,6 = 5,6 km
5,6 : 4 = 1,4 km
Slide 31 - Diapositive
DOELEN BEREIKT?
Ik weet dat ik bij de oppervlakte de “vierkante…” eenheid moet gebruiken.
Ik weet wanneer ik moet delen door of keer 100 moet doen als ik gebruik maak van het trappetje.
Ik kan oppervlaktematen omrekenen.
Ik kan rekenen met eenheden van oppervlakte in verhaaltjessommen.