HAVO 2 par 1.1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

HOOFDSTUK 1

Paragraaf 1.1 (1e deel)
Waar heb jij behoefte aan

LESSON UP

Ga naar WWW.LESSONUP.COM

Log in met je schoolaccount (schoolmail en wachtwoord)

Log in met de klassencode :  G S P I J

Lesdoel

Na deze les :

• weet je welke verschillende behoeften er zijn
• weet je wat welvaart en schaarste is

Lesdoel

• weet je welke verschillende behoeften er zijn

Behoefte

Iets dat je zou willen hebben,

uit noodzaak of voor je plezier.

Behoeften van mensen

• primaire behoeften: eerste levensbehoeften
  - eten/drinken
  - kleding
  - onderdak 
  - onderwijs
  - zorg
• secundaire behoeften: overige en luxe behoeften

Behoeften van mensen

• primaire behoeften: eerste levensbehoeften
• secundaire behoeften: overige en luxe behoeften

Er zijn 5 primaire levensbehoeften. Schrijf er eens een paar op

Lesdoel

• weet je wat welvaart en schaarste is

Welvaart en schaarste

Schaarste : ontstaat als je niet genoeg middelen hebt om in al je behoefte te voorzien (geld of tijd)

Je moet keuzes maken  : film of hamburger  

Aan de slag

• maak uit je boek vraag 1, 2, 3, 4 van paragraaf 1.1
  
  Je hebt tien minuten de tijd
  

Antwoorden en Herhalen

weet je welke verschillende behoeften er zijn

weet je wat welvaart en schaarste is

HOOFDSTUK 1

Paragraaf 1.1 (2e deel)
Waar heb jij behoefte aan

Lesdoel

Na deze les :

• weet je wat consumeren is en wat goederen en diensten zijn
  
• weet je wat alternatief aanwendbaar betekent
  
• weet je wat een staafdiagram is

Lesdoel

Na deze les :

• weet je wat consumeren is en wat goederen en diensten zijn

Consumeren - Consument

• Consumeren = in je behoeften voorzien door iets te kopen. Die persoon noem je een consument.

Goederen en diensten

Goederen:  tastbare producten

* gebruiksgoederen (broodtrommel)

* verbruiksgoederen (boterham)

Diensten:  niet tastbare activiteiten of acties waarmee je in iemands behoefte voorziet (kapper , school les, glazenwasser)

Lesdoel

• weet je wat alternatief aanwendbaar is

Alternatief aanwendbaar

Je moet keuzes maken! Meerdere mogelijkheden om je behoeften te vervullen noem je alternatief aanwendbaar.

VB: Je smeert je eigen brood voor school hierbij zet je tijd in en bespaar je het middel geld. 

Tijd is dus alternatief aanwendbaar gebruikt.

Lesdoel

• weet je wat een staafdiagram is

Staafdiagram

Je laat met een diagram duidelijk in een staaf zien wat je onderzoekt.

Bijvoorbeeld zakgeld per leerling
- horizontaal : de leerlingen
- verticaal : het bedrag

Samenvatting

• welke verschillende behoeften zijn er
• wat is welvaart en schaarste
• wat is consumeren is en wat zijn goederen en diensten
• wat is alternatief aanwendbaar
• wat is een staafdiagram

Aan de slag

• maak uit je boek vraag 7, 8, 12, 13
• maak de herhaalvragen 1, 4, 6 op bladzijde 28
• maak de rekensom 1 en 2 op bladzijde 32